ECLI:NL:RBDHA:2025:17773

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 augustus 2025
Publicatiedatum
29 september 2025
Zaaknummer
11488852
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van maandelijkse vergoedingen uit duurovereenkomsten voor online marketingdiensten

In deze zaak vordert Webactueel B.V. betaling van gedaagde, die een webshop exploiteert, voor de maandelijkse vergoedingen uit twee overeenkomsten voor online marketingdiensten, namelijk SEA- en SEO-werkzaamheden. De SEA-overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van één maand, terwijl de SEO-overeenkomst voor een looptijd van twaalf maanden is gesloten. Gedaagde heeft de samenwerking per e-mail opgezegd, maar Webactueel stelt dat de overeenkomsten niet rechtsgeldig zijn beëindigd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde de factuur van oktober 2023 van € 1.815,00 moet betalen, evenals de vergoeding voor de SEO-overeenkomst over de periode van februari tot en met september 2024, en de vergoeding voor de SEA-overeenkomst over de maand februari 2024. Gedaagde heeft niet aangetoond dat aan de voorwaarden voor vroegtijdige beëindiging van de SEO-overeenkomst is voldaan. De rechter heeft de vordering van Webactueel toegewezen, met inbegrip van incassokosten en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKDEN HAAG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Den Haag
JB/IB (B/C)
Zaaknummer: 11488852 \ RL EXPL 25-722
Vonnis van 26 augustus 2025
in de zaak van
WEBACTUEEL B.V.,
te Rijswijk,
eisende partij,
hierna te noemen: Webactueel,
gemachtigde: Pranger Agin Assen Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde], handelende onder de naam [handelsnaam] ,
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. N. Baouch.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 december 2024 met producties 1 tot en met 17;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] met producties 1 tot en met 2;
- de brief van 25 maart 2025 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 10 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Webactueel drijft een onderneming die zich onder meer bezig houdt met het verzorgen van online marketing en het verbeteren van de online zichtbaarheid van websites. Zij biedt bedrijven aan om met zoektermen te adverteren in zoekmachines om zo gevonden te worden op deze zoektermen (zogenoemde ‘SEA-werkzaamheden’). Daarnaast biedt Webactueel aan om websites te optimaliseren, waardoor deze websites hoger in de resultatenlijst van zoekmachines verschijnen (zogenoemde ‘SEO-werkzaamheden’). [gedaagde] exploiteert een webshop waarin zij vechtsportenproducten verkoopt.
2.2.
Op 29 september 2023 heeft [gedaagde] een offerte van Webactueel voor SEA-werkzaamheden geaccepteerd. In deze offerte (hierna: de ‘SEA-overeenkomst’) is afgesproken dat [gedaagde] maandelijks € 907,50 aan Webactueel zal voldoen. Daarnaast is onder meer opgenomen:
“Het contract heeft een minimale looptijd van drie maanden. Na deze termijn is het contract maandelijks opzegbaar, met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. Opzegging dient te geschieden tegen het einde van de maand.”
2.3.
Op 29 september 2023 heeft [gedaagde] een offerte van Webactueel voor SEO-werkzaamheden geaccepteerd. In deze offerte (hierna: de ‘SEO-overeenkomst’) is afgesproken dat [gedaagde] maandelijks € 907,50 aan Webactueel zal voldoen. Daarnaast is onder meer opgenomen:
“Het contract wordt aangegaan voor de duur van 12 maanden en vangt aan op de dag van ondertekening van deze offerte.”
En
“3 maanden na de start van de werkzaamheden worden de behaalde resultaten samen met de opdrachtgever besproken. Indien Webactueel geen zichtbaar resultaat heeft getoond volgens AHREFS, mag de opdrachtgever het contract ontbinden. Met resultaat wordt bedoeld: Hogere rankings in AHREFS.
PS: AHREFS is de onafhankelijke partij die de website beoordeeld op SEO aspecten.”
2.4.
In de periode dat de overeenkomsten werden gesloten, heeft Webactueel aan [gedaagde] per whatsapp onder meer geschreven:

Als we binnen 3 maanden geen duidelijk verschil zien in de resultaten cancelen we, als het goed gaat blijf je sowieso jaren.”
2.5.
Op 30 september 2023 heeft Webactueel aan [gedaagde] een e-mail gestuurd met daarin onder meer het volgende:

In de bijlage tref je de nulmeting van SEO rapport volgens AHREFS (onafhankelijke partij, dus geen eigen rapportages).
De volgende data is groot van belang:
AHREFS Rank: momenteel rank [website] op plek 14.8 miljoenste plek. We zullen er alles aan doen om binnen nu en drie maanden deze in de top 5 miljoen te krijgen.
DR: Domein Rating van je site. Momenteel scoor je 15 van de 100 punten. We zullen dit binnen drie maanden op minimaal 30 van de 100 punten proberen te krijgen.
[…]
Je zal iedere eerste week van de maand zo een rapport ontvangen om voortgang met me mee te kunnen volgen.
Laat me gerust weten als je vragen hebt.
2.6.
Op 30 oktober 2023 heeft Webactueel aan [gedaagde] een factuur gestuurd van € 1.815,00 voor de maandelijkse vergoeding van zowel de SEA-overeenkomst als de SEO-overeenkomst. Deze factuur heeft [gedaagde] onbetaald gelaten.
2.7.
Op 4 januari 2024 heeft Webactueel aan [gedaagde] een maandrapportage van AHREFS toegezonden. Uit deze rapportage blijkt onder meer een domein rating (DR) van 43 en een AHREFS Rank (AR) van 1.309.084.
2.8.
Op 30 januari 2024 heeft [gedaagde] aan Webactueel een e-mail gezonden waarin zij de samenwerking per direct stopzet. Zij licht dit als volgt toe:
“we zijn nu precies drie maanden bezig en heb met de campagnes netto (inkoop en kosten) niets verdiend. ik snap dat dit aan mijn website ligt ivm conversie maar daar heb ik helaas geen budget voor om het te upgraden. Het is nu een lekkende emmer.”
2.9.
Op 7 februari 2024 heeft Webactueel op deze e-mail gereageerd. Zij heeft medegedeeld de SEA-overeenkomst stop te zetten met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Over de SEO-overeenkomst is medegedeeld dat deze niet stopgezet kan worden, omdat SEO-contracten altijd voor een jaar worden gesloten.
2.10.
Op 4 februari en 4 maart 2024 heeft Webactueel aan [gedaagde] een factuur gestuurd voor de maandelijkse vergoeding van zowel de SEA-overeenkomst als de SEO-overeenkomst, € 1.815,00 per maand. In de periode van 4 april 2024 tot en met 4 september 2024 heeft Webactueel maandelijks (in totaal zes maal) een factuur gestuurd voor de vergoeding van de SEO-overeenkomst van € 907,50 per maand.
2.11.
[gedaagde] heeft de facturen van Webactueel onbetaald gelaten.
2.12.
In de periode van 3 oktober 2024 tot en met 12 november 2024 heeft Webactueel via een gemachtigde ten minste vier brieven gestuurd met een verzoek om betaling van de onbetaald gelaten facturen.

3.Het geschil

3.1.
Webactueel vordert – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 10.890,00 aan hoofdsom, € 883,90 aan incassokosten en de proceskosten.
3.2.
Webactueel legt aan haar vordering ten grondslag dat zij met [gedaagde] twee overeenkomsten gesloten heeft met elk een maandelijkse verplichting van [gedaagde] om € 907,50 te betalen. De SEA-overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van één maand en de SEO-overeenkomst is aangegaan voor een looptijd van twaalf maanden. Beide overeenkomsten zijn opgezegd op 30 januari 2024, zodat [gedaagde] tot en met februari 2024 moet betalen voor de SEA-overeenkomst en tot en met september 2024 voor de SEO-overeenkomst.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Webactueel, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Webactueel, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Webactueel in de kosten van deze procedure.
3.4.
[gedaagde] betwist dat de SEO-overeenkomst is aangegaan voor een looptijd van twaalf maanden. Daarnaast voert zij aan dat zij met Webactueel voor beide overeenkomsten een proefperiode is overeengekomen van drie maanden en dat zij de overeenkomsten, vanwege het uitblijven van resultaat in deze proefperiode, rechtsgeldig met onmiddellijke ingang heeft opgezegd op 30 januari 2024. Tot slot voert [gedaagde] aan dat zij de overeenkomsten op 30 januari 2024 heeft ontbonden vanwege tekortschieten van Webactueel in de uitvoering van de overeenkomsten.

4.De beoordeling

[gedaagde] moet de factuur van 30 oktober 2023 betalen
4.1.
Ter zitting heeft [gedaagde] erkend dat zij de factuur van 30 oktober 2023 van € 1.815,00 voor de maandelijkse vergoeding van zowel de SEA-overeenkomst als de SEO-overeenkomst nog moet voldoen. Dit deel van de vordering wordt daarom als door [gedaagde] erkend toegewezen.
De SEO overeenkomst kende een looptijd van twaalf maanden.
4.2.
Bij de beoordeling wat partijen hebben afgesproken, is niet alleen de taalkundige of grammaticale uitleg van de overeenkomst en overige verklaringen van belang, maar ook dat wat partijen uit elkaars verklaringen en gedragingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid mochten afleiden en verwachten.
4.3.
De SEO-overeenkomst is aangegaan voor de duur van twaalf maanden. Hoewel [gedaagde] heeft aangevoerd dat zij de bedoeling had om de overeenkomst voor drie maanden aan te gaan, blijkt die bedoeling niet uit de SEO-overeenkomst. Daaruit volgt de bedoeling van Webactueel om de overeenkomst voor de duur van twaalf maanden aan te gaan. Uit de verwijzing van [gedaagde] naar de minimale looptijd van drie maanden van de SEA-overeenkomst en de (whatsapp-)gesprekken over een proefperiode van drie maanden, volgt ook niet dat partijen, in afwijking van de tekst van de overeenkomst, de bedoeling hadden om de SEO-overeenkomst aan te gaan met een looptijd van drie maanden.
4.4.
Als uitgangspunt geldt dan ook dat [gedaagde] de vergoeding van de SEO-overeenkomst over de periode van februari tot en met september 2024 van in totaal € 7.260,00 moet voldoen, tenzij de overeenkomst eerder is geëindigd.
Niet vast te stellen dat aan voorwaarden voor vroegtijdige beëindiging is voldaan.
4.5.
Partijen hebben afgesproken dat [gedaagde] de SEO-overeenkomst vroegtijdig mag beëindigen wanneer in de eerste drie maanden door Webactueel geen of onvoldoende resultaat wordt bereikt. Het is daarbij aan [gedaagde] om te stellen en te onderbouwen dat aan de voorwaarden voor beëindiging is voldaan en dat zij de overeenkomst heeft beëindigd.
4.6.
[gedaagde] heeft nagelaten om duidelijk te maken waarom aan de voorwaarden voor vroegtijdige beëindiging is voldaan. Haar standpunt dat het resultaat van Webactueel beoordeeld moet worden aan de hand van hand van organisch verkeer naar haar website, het aantal bezoekers op haar website en de daaraan gerelateerde omzet is niet onderbouwd met verwijzing naar concrete feiten en omstandigheden. Uit de overeenkomst blijkt immers dat het resultaat beoordeeld moet worden aan de hand van AHREFS-rankings. [gedaagde] heeft niet gesteld welke andere concrete afspraken zouden zijn gemaakt waaraan daarnaast zou moeten zijn voldaan. Webactueel heeft gemotiveerd betwist dat aan de voorwaarden voor vroegtijdige beëindiging is voldaan. Zij wijst er in dat kader op dat de rankings verbeterd zijn in lijn met de doelstelling zoals door haar verwoord in haar e-mail van 30 september 2023. Het had daarom op de weg van [gedaagde] gelegen om meer feiten en omstandigheden te stellen waaruit blijkt dat het resultaat van Webactueel is uitgebleven. Nu zij dat heeft nagelaten kan niet vastgesteld worden dat aan de voorwaarden voor vroegtijdige beëindiging is voldaan.
De SEO-overeenkomst is niet ontbonden
4.7.
Artikel 6:265 BW geeft [gedaagde] de bevoegdheid om de SEO-overeenkomst via een schriftelijke verklaring te ontbinden wanneer Webactueel tekortgeschoten is in haar contractuele verplichtingen. Het is aan [gedaagde] om te stellen en te onderbouwen dat Webactueel tekortgeschoten is en dat zij de overeenkomst via een verklaring ontbonden heeft.
4.8.
Hoewel de e-mail van 30 januari 2024 uitgelegd kan worden als een ontbindingsverklaring, is aan de wettelijke vereisten voor ontbinding niet voldaan. Van een tekortkoming van Webactueel is geen sprake, omdat niet onderbouwd is dat Webactueel niet gehandeld heeft zoals van een goed opdrachtnemer verwacht mag worden. Het is onweersproken dat Webactueel in de periode voorafgaand aan de e-mail van 30 januari 2024 werkzaamheden heeft verricht en door Webactueel is gemotiveerd betwist dat zij in die periode niet het afgesproken resultaat heeft bereikt. Dat Webactueel niet de werkzaamheden heeft verricht of het resultaat heeft bereikt dat [gedaagde] met de kennis van nu had gewild, doet daar niets aan af. Van een algeheel niet presteren of onvoldoende inspannen vanwege het uitblijven van resultaat, zoals door [gedaagde] aangevoerd, is dan ook geen sprake.
[gedaagde] moet de vergoeding van de SEO-overeenkomst tot en met september 2024 voldoen
4.9.
Omdat de SEO-overeenkomst niet is geëindigd voorafgaand aan 1 oktober 2024, wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de vergoeding van de SEO-overeenkomst over de periode van februari tot en met september 2024 van in totaal € 7.260,00.
De SEA overeenkomst is geëindigd met ingang van 1 maart 2024
4.10.
Hiervoor is overwogen dat niet vastgesteld kan worden dat voldaan is aan de voorwaarden voor vroegtijdige beëindiging van de SEO-overeenkomst. Hierdoor is niet langer van belang of die afspraak ook van toepassing is op de SEA-overeenkomst.
4.11.
Behalve een verwijzing naar de tekst van de SEA-overeenkomst zijn geen feiten en omstandigheden gesteld over de bedoeling van partijen ten aanzien van de looptijd van de SEA-overeenkomst. Een redelijke uitleg van de tekst van de SEA-overeenkomst brengt met zich mee dat deze, na het verstrijken van de minimale looptijd van drie maanden, op 1 januari 2024 is verlengd voor onbepaalde tijd. Sindsdien kan de overeenkomst opgezegd worden met inachtneming van een opzegtermijn van een maand.
4.12.
Op 30 januari 2024 heeft [gedaagde] laten weten dat zij de SEA-overeenkomst wil beëindigen. Deze e-mail kan niet uitgelegd worden als ontbindingsverklaring, omdat door [gedaagde] geen feiten en omstandigheden zijn gesteld waaruit volgt dat Webactueel tekortgeschoten is in de nakoming van de SEA-overeenkomst. Webactueel heeft deze e-mail dan ook terecht opgevat als een opzegging van de SEA-overeenkomst. De SEA-overeenkomst is daarom, met toepassing van de opzegtermijn, geëindigd met ingang van 1 maart 2024 en op de factuur van 4 maart 2024 is ten onrechte ook de vergoeding van de SEA-overeenkomst van € 907,50 genoemd. [gedaagde] is gehouden tot betaling van de maandelijkse vergoeding de SEA-overeenkomst van € 907,50 over de maand februari 2024.
[gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 9.982,50
4.13.
Hiervoor is overwogen dat [gedaagde] de volgende onderdelen moet betalen:
de factuur van 30 oktober 2023 van € 1.815,00;
de vergoeding van de SEO-overeenkomst over de periode van februari tot en met september 2024 van in totaal € 7.260,00;
de vergoeding van de SEA-overeenkomst over de maand februari 2024 € 907,50.
4.14.
In totaal zal [gedaagde] daarom veroordeeld worden tot betaling van een hoofdsom van € 9.982,50.
[gedaagde] moet incassokosten betalen
4.15.
Webactueel vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De vordering van € 883,90 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 874,13 bij een hoofdsom van € 9.982,50. Daarom zal een bedrag van € 874,13 worden toegewezen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
4.16.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De door Webactueel gevorderde btw over de dagvaardingskosten wordt afgewezen, omdat niet gesteld of gebleken is dat Webactueel de btw niet kan verrekenen. De proceskosten van Webactueel worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
116,39
- griffierecht
543,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.606,39

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Webactueel te betalen een bedrag van € 10.856,63,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.606,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.1 en 5.2 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G. Bruinsma en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2025.