ECLI:NL:RBDHA:2025:17608

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juli 2025
Publicatiedatum
25 september 2025
Zaaknummer
C/09/685740 / KG ZA 25-477
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over afgifte paspoorten en verdeling zomervakantie tussen ouders van minderjarigen

In deze zaak, behandeld op 10 juli 2025, is een kort geding aanhangig gemaakt door de vader van twee minderjarigen, die samen met de moeder zijn ouders. De vader vordert de onmiddellijke afgifte van de paspoorten van de kinderen, op straffe van een dwangsom, en verzoekt om een regeling voor de verdeling van de zomervakantie. De moeder verzet zich tegen de vordering van de vader en vraagt in reconventie om een specifieke verdeling van de zomervakantie. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de kinderen voorlopig aan de vader zijn toevertrouwd, maar dat de moeder de zorgregeling voor de kinderen in het weekend uitvoert. De vader heeft medische afspraken voor de kinderen gepland, maar deze vallen in de periode dat de kinderen bij de moeder verblijven. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen noodzaak is om de paspoorten in het beheer van de vader te geven, en heeft de vordering van de vader afgewezen. De moeder heeft toegezegd om de benodigde documenten voor de aanvraag van ID-kaarten voor de kinderen te verstrekken. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de regeling voor de zomervakantie 2025 zoals besproken met de ouders zal gelden, en dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/685740 / KG ZA 25-477
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 10 juli 2025
in de zaak van
[de vader]te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie, gedaagde in reconventie,
advocaat mr. A.M. Buitenhuis te Nieuw-Vennep,
tegen:
[de moeder]te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.A. Spek te [plaats] .
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de vader’ en ‘de moeder’.
Aanwezig is mr. A.C. Olland, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.G.J. Konings, griffier. Tevens zijn aanwezig beide partijen, vergezeld van hun advocaat, en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming. De advocaat van de vader heeft pleitnotities overgelegd en voorgedragen.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
Vaststaat dat de vader en de moeder zijn getrouwd en samen de ouders zijn van de minderjarigen [minderjarige 1] (geboren op [geboortedatum 1] 2021 te [geboorteplaats] ) en [minderjarige 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2023 te [geboorteplaats] ). Partijen zijn uit elkaar en er loopt bij deze
rechtbank een echtscheidingsprocedure. In de voorlopige voorzieningenprocedure
(beschikking van 17 april 2025) zijn – voor zover hier van belang – de kinderen voorlopig aan de vader toevertrouwd en is een voorlopige zorgregeling bepaald waarbij de kinderen bij de moeder zijn ieder weekend van vrijdag na schooltijd tot maandag naar
school/kinderopvang, waarbij de moeder de kinderen op vrijdag zal ophalen uit
school/kinderopvang en maandag naar school/kinderopvang zal brengen.
1.2.
Tussen partijen is in geschil het beheer van de paspoorten van de kinderen en de verdeling van de zomervakantie 2025.
1.3.
De vader vordert in deze procedure, zakelijk weergegeven, dat de moeder de paspoorten en/of identiteitskaarten van de kinderen per ommegaande aan hem dient af te geven, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of dagdeel dat zij hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,-. Daarnaast vordert de vader om de moeder te veroordelen in de kosten van het geding.
De moeder voert verweer tegen het gevorderde. Daarnaast vordert de moeder in reconventie, zakelijk weergegeven, dat de zomervakantie als volgt tussen partijen wordt verdeeld:
  • in week 30, 32 en 34 zullen de kinderen bij de vader zijn;
  • in week 31, 33 en 35 zullen de kinderen bij moeder zijn,
waarbij het wisselmoment is op maandagochtend tussen 11.00 en 12.00 uur en waarbij de moeder het halen/brengen op maandag regelt, en wanneer de opvang haar niet toestaat zelf te gaan zal oma moederszijde of de zus van de moeder zorgen voor het vervoer van de kinderen.
Daarnaast vordert de moeder (in conventie en reconventie) om de proceskosten te compenseren.
De vader voert verweer tegen het gevorderde.
Vordering in conventie
1.4.
Het gevorderde komt niet voor toewijzing in aanmerking. Daartoe is het volgende redengevend.
1.5.
Door de vader is aangevoerd dat hij de paspoorten van de kinderen nodig heeft voor verschillende medische afspraken van de kinderen die hij in augustus 2025 heeft ingepland:
  • 19 augustus 2025 om 8.40 uur afspraak JGZ voor [minderjarige 2] ;
  • 19 augustus 2025 om 11.50 uur afspraak tandarts voor [minderjarige 2] ;
  • 20 augustus 2025 om 13.50 uur afspraak tandarts voor [minderjarige 1] ;
  • 21 augustus 2025 om 14.00 uur afspraak JGZ voor [minderjarige 1] .
Deze afspraken zijn echter op dagen dat de kinderen – volgens de op de zitting met de beide ouders besproken verdeling van de zomervakantie 2025, welke regeling hierna bij ‘vordering in reconventie’ aan de orde komt – bij de moeder verblijven. De moeder heeft op de zitting toegezegd dat zij de kinderen naar al deze afspraken zal begeleiden. De voorzieningenrechter gaat er van uit dat de moeder deze toezegging nakomt. De voorzieningenrechter verwacht van de vader dat hij via zijn advocaat aan de advocaat van de moeder afspraakbevestigingen van de voormelde afspraken toestuurt. Ook is het niet de bedoeling dat de vader aanwezig zal zijn bij die afspraken.
In het licht van het bovenstaande is er geen noodzaak om de paspoorten in het beheer van vader te geven, zodat het gevorderde zal worden afgewezen. De paspoorten van de kinderen blijven vooralsnog dus in beheer bij de moeder.
1.6.
Op de zitting is gebleken dat de kinderen nog geen ID-kaarten hebben. De moeder heeft op de zitting toegezegd dat zij binnen één week na de zitting een toestemmingsformulier zal invullen en ondertekenen en een kopie van haar paspoort, en eventueel andere benodigde documenten voor het aanvragen van ID-kaarten voor de kinderen, via de advocaten aan de vader zal verstrekken, zodat de vader daarmee ID-kaarten voor de kinderen kan aanvragen. Deze ID-kaarten blijven in beheer bij de vader. De kosten voor de aanvraag van de ID-kaarten van de kinderen zullen door de beide ouders voor de helft worden gedragen. De voorzieningenrechter gaat er van uit dat de moeder deze toezegging nakomt.
1.7.
Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de voorzieningenrechter bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Vordering in reconventie
1.8.
Voor de zomervakantie 2025 zal de voorzieningenrechter bepalen dat de regeling zal gelden zoals deze op de zitting met de ouders is besproken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze regeling het meest in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] is.
1.9.
Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de voorzieningenrechter bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
vordering in conventie
2.1.
wijst het gevorderde af;
2.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
vordering in reconventie
2.3.
Bepaalt dat in de zomervakantie 2025 de volgende zorgregeling geldt:
  • de kinderen zijn vanaf donderdag 17 juli 2025 uit school/KDV tot vrijdag 25 juli 2025
  • de kinderen zijn vanaf vrijdag 25 juli 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur tot vrijdag
  • de kinderen zijn vanaf vrijdag 1 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur tot vrijdag 8 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur bij de moeder;
  • de kinderen zijn vanaf vrijdag 8 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur tot vrijdag 15 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur bij de vader;
  • de kinderen zijn vanaf vrijdag 15 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur tot vrijdag 22 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur bij de moeder;
  • de kinderen zijn vanaf vrijdag 22 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur tot vrijdag 29 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur bij de vader;
  • de kinderen zijn vanaf vrijdag 29 augustus 2025 tussen 11.00 en 12.00 uur tot maandag 1 september 2025 naar school/KDV bij de moeder;
waarbij geldt dat de moeder de kinderen bij ieder wisselmoment haalt dan wel brengt naar/op treinstation [plaats] ;
2.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
2.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
WAARVAN PROCES-VERBAAL