ECLI:NL:RBDHA:2025:17271
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 18 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van verzoekster, die een voorlopige voorziening heeft aangevraagd naar aanleiding van de kennelijk ongegrond verklaarde asielaanvraag. Verzoekster is het niet eens met de beslissing van de minister van Asiel en Migratie, die op 11 april 2025 haar aanvraag heeft afgewezen. In het procesverloop heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigden, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 4 juni 2025 behandeld, waarbij zowel verzoekster als de gemachtigde van de minister aanwezig waren. In de uitspraak van 18 september 2025 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in het beroep, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.