ECLI:NL:RBDHA:2025:17261
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Sierra Leoonse eiser op grond van ongeloofwaardigheid van de gestelde problemen met een geheim genootschap
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de asielaanvraag van een eiser van Sierra Leoonse nationaliteit, die op 9 november 2022 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 10 juli 2025 afgewezen, omdat de problemen van eiser met een geheim genootschap niet geloofwaardig werden geacht. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze afwijzing, maar is niet verschenen op de zitting op 8 augustus 2025. De rechtbank heeft de afwijzing beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser, waarbij de kwetsbaarheid van eiser en de geloofwaardigheid van zijn relaas centraal stonden.
De rechtbank concludeert dat de minister voldoende rekening heeft gehouden met de kwetsbaarheid van eiser en dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven. De rechtbank legt uit dat de minister niet ten onrechte de problemen met het geheim genootschap ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser heeft geen overtuigende verklaringen kunnen geven over zijn situatie en de omstandigheden rondom zijn asielrelaas. De rechtbank oordeelt dat de minister niet verplicht was om nader onderzoek te doen naar de gestelde littekens van eiser, aangezien deze alleen niet voldoende zijn om het asielrelaas aannemelijk te maken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskosten af.