3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024193514, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (deels doorgenummerd pagina 1 t/m 86, deels ongenummerd).
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Ten aanzien van de feiten 1 primair en 2:
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 september 2025, voor zover inhoudende:
U, voorzitter, vraagt mij te reageren op de verdenking. Ik weet dat ik een telefoon in mijn handen had en op mijn telefoon zat. Ik keek naar mijn telefoon. Ik was afgeleid. Ik hoorde een schreeuw, keek naar voren en zag opeens een auto voor me.
U, voorzitter, zegt dat het verkeersongeval heeft plaatsgevonden, terwijl ik onder invloed van alcohol zou zijn geweest. Klopt. Ik weet wat de consequenties van alcoholgebruik zijn. Ik heb onderweg nog één slokje Bacardi gedronken. Voor ik de auto instapte, had ik ook gedronken.
2. Het proces-verbaal van rijden onder invloed, opgemaakt op 19 juni 2024, voor zover inhoudende (p. 9-11):
Wij, verbalisanten, verklaren het volgende:
Op 9 mei 2024 om 22:29 uur kregen wij kennis van een verkeersongeval op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de A20 ter hoogte van hectometerpaal 15.0 rechter rijbaan, Maasland, binnen de gemeente Midden-Delfland.
Bij controle bleek dat de bestuurder in het bezit was van een rijbewijs waarvan
sedert de datum waarop aan haar voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven nog
geen vijf jaren zijn verstreken en dat zij op die datum van afgifte de leeftijd van
18 jaar of ouder had bereikt.
Ik rook dat de adem van de bestuurder naar het inwendig gebruik van alcoholhoudende drank riekte.
De verdachte gaf op te zijn genaamd:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum 1] 2002
Op 10 mei 2024 om 01:25 uur, heeft de arts, [naam 2] in aanwezigheid van mij,
de verdachte bloed afgenomen conform Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer.
Ik heb de buisjes bloed in de voorgeschreven verpakking, gewaarmerkt, direct verpakt en verzegeld, overeenkomstig het bepaalde in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, en overeenkomstig de Regeling alcohol drugs en geneesmiddelen in het verkeer, in de daartoe bestemde vriezer geplaatst, liggend op het grootste oppervlak. Tevens heb ik het opdrachtformulier Toxicologisch onderzoek voorzien van een genummerde en op naam gestelde SIN-sticker "Analyse" met het nummer [nummer] .
3. Het geschrift, zijnde een rapport Alcohol en drugs in het verkeer van Eurofins Forensics met als datum 10 juni 2024, voor zover inhoudende (p. 14-16):
Naam bloedgever: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedatum 1] -2002
Te onderzoeken materiaal:
SIN
Omschrijving
[nummer]
Bloed van [verdachte]
Resultaten onderzoek
Aangewezen stof
Meetbare stof
Grenswaarde indien enkelvoudig gebruikt
Grenswaarde indien in combinatie gebruikt
Eindresultaat in bloed met [nummer]
Rapportage eenheid
Alcohol
Ethanol
0,20
0,20
0,34
milligram per milliliter
Ten aanzien van feit 1 primair:
4. Het proces-verbaal FO verkeer, opgemaakt op 14 oktober 2024, voor zover inhoudende (ongenummerd):
Op 9 mei 2024, omstreeks 22:29 uur, had op de Rijksweg A20 Re, ter hoogte van
hectometerpaal 15,0, gelegen buiten de als zodanig aangegeven bebouwde kom van Maasland, in de gemeente Maasland, een verkeersongeval plaatsgevonden.
Op verzoek kwamen wij ter plaatse en stelden wij een onderzoek in naar de toedracht van het verkeersongeval.
Wij zagen het volgende:
- de maximumsnelheid bedroeg ter plaatse 130 km/u als gevolg van artikel 21 onder a van het RVV 1990.
Op basis van mijn onderzoek heb ik vast kunnen stellen dat de bestuurder op het moment van verkeersongeval gebruikmaakte van de voor hem bestemde autogordel. Op basis van mijn onderzoek heb ik vast kunnen stellen dat de overige passagiers op het moment van het verkeersongeval geen gebruikmaakten van de voor hen bestemde autogordels.
Het verkeersongeval vond (mede) plaats omdat:
- de bestuurder van de personenauto de controle over zijn voertuig verloor;
Deze hypothese kon worden bevestigd.
- de bestuurder van de personenauto de ter plaatse toegestane maximumsnelheid overschreed ten tijde van het verkeersongeval;
Deze hypothese kon worden bevestigd.
5. Het proces-verbaal FO verkeer, forensisch onderzoek Event Data Recorder (EDR) opgemaakt op 23 oktober 2024, voor zover inhoudende (ongenummerd):
Vraagstelling: De eventueel aanwezige EDR data veilig te stellen en te analyseren.
Conclusie/beantwoording:
De airbagmodule van de betrokken Ford is door mij uitgelezen met behulp van de Crash Data Retrieval (Bosch CDR) diagnoseapparatuur.
De airbagmodule van de betrokken Ford is door mij uitgelezen met behulp van de Crash Data Retrieval (Bosch CDR) diagnoseapparatuur. Deze apparatuur is speciaal ontwikkeld om data van de crash uit de airbagunit te halen. De airbagunit is voorzien van een zogeheten Event Data Recorder oftewel EDR. Dit is een stukje aanwezig intern geheugen van de airbagmodule, waarop de airbagmodule continu meetgegevens aan het verzamelen is, zoals onder andere snelheid, maar overschrijft continu de meetgegevens. Bij een Event, hiermee wordt bedoeld dat de airbagmodule een bepaalde ingestelde triggerwaarde heeft overschreden, is de airbagmodule zo geprogrammeerd dat deze ongeveer 5 seconden data voorafgaand aan het Event opslaat.
5 seconde voor het trigger moment wordt er een snelheid van 150km/h geregistreerd.
6. Het geschrift, zijnde een letselbeschrijving van [naam 1] , opgemaakt en ondertekend door forensisch arts [naam 3] op datum 7 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 80):
Naar aanleiding van uw aanvraag medische informatie zijn gegevens ontvangen van: Mevrouw [naam 1] , geboren [geboortedatum 2] 2002
Betrokkene werd op 09-05 2024 gezien op de afdeling spoedeisende hulp
Bij beeldvormend onderzoek middels een röntgenfoto werd het volgende letsel vastgesteld:
• Twee botbreuken in het schaambeen rechts (ramus inferior en superior).
Betrokkene werd aansluitend opgenomen tot 15-05-2024.
Bij controle na 6 weken werd er op de CT-scan van het bekken ook sprake te zijn van een breuk in het heiligbeen. Bij controle na zes weken was er nog geen sprake van volledig anatomisch herstel en was er ook nog een functionele beperking door de pijn.
Conclusie
Botbreuken in het schaambeen en het heiligbeen, na zes weken nog niet genezen.
7. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 4] , opgemaakt op 25 mei 2024 voor zover inhoudende (p. 58-59):
O: Je bent hier om als getuige gehoord te worden. Dit naar aanleiding van een verkeersongeval op autosnelweg A20 ter hoogte van hectometerpaal 15,0 rechts, te Maasland in de gemeente Midden-Delfland. De aanrijding was gebeurd op 9 mei 2024.
V: Wat kan je over de aanrijding vertellen [naam 4] ?
A: Ik zat in het midden achterin. Ik keek door het raam. Ik zag dat de auto voor haar langzamer reed dan zij deed. Toen keek
iknaar haar en ik zag dat zij op haar telefoon zat en dat niet zag. Toen zei ik "Kijk uit". Ik zag dat zij keek en daarbij gelijk uitweek. Zij week uit naar links. Zo hard dat wij tegen de vangrail aankwamen en daarna stuurde zij weer naar rechts en wilde zij uitwijken. Volgens mij gaf zij daar gas bij waardoor wij aan de andere kant weer tegen de vangrail aankwamen. Het
waseen hele harde klap.
V: Met hoeveel personen zaten jullie in die auto?
A: Met zijn zessen.
V: Wie reed er toen?
A: [verdachte] (
de rechtbank begrijpt: de [verdachte]).
V: Je zei dat [verdachte] op haar telefoon zat en dat zij de auto die voor ons reed niet
gezien had, wat deed zij precies met de telefoon?
A: Als ik niks had gezegd dan was zij echt op die auto geklapt.