Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 28 juli 2025;
- de aanvullende briefrapportage van de gecertificeerde instelling van 20 augustus 2025;
- e-mailbericht van de gecertificeerde instelling met bijlagen van 21 augustus 2025;
2.De feiten
in het geval de moedernietin de omgeving van [plaats 1] gaat wonen, verblijft [de minderjarige] volgens een driewekelijks schema steeds twee weekenden achter elkaar bij de moeder van vrijdag uit school tot maandag naar school, waarna [de minderjarige] weer een weekend bij de vader verblijft;
in het geval dat de moederwelin de omgeving van [plaats 1] gaat wonen, bijvoorbeeld in [plaats 2] , dient te worden toegewerkt naar gezamenlijk ouderschap, waarbij de zorg voor [de minderjarige] tussen de ouders gelijk zal worden verdeeld en waarbij het de taak van de GI is om te kijken wat daarin voor de ouders en [de minderjarige] haalbaar is en op welke wijze naar een dergelijke co-ouderschapsregeling kan worden toegewerkt;
in de beide gevallen dienen de vakanties en feestdagen bij helfte tussen de ouders te worden verdeeld, waarbij de GI de regie heeft over de wijze van verdeling en de wisselmomenten.
3.Het verzoek
de ouders [de minderjarige] ieder de helft van de tijd hebben volgens een week-op-week-af regeling;
het wisselmoment plaatsvindt op woensdag op school. Eén ouder brengt [de minderjarige] naar school, de andere haalt haar op;
de feest- en verjaardagen gelijk worden verdeeld volgens een jaarlijks wisselend schema:
Pasen, Pinksteren, Hemelvaart, Sinterklaas, Oud & Nieuw worden om en om toegekend;
Vader- en Moederdag worden standaard doorgebracht bij de desbetreffende ouder;
de verjaardag van [de minderjarige] wordt jaarlijks afwisselend bij één van de ouders gevierd.
na afloop van een verblijfsperiode op zo’n speciale dag wordt [de minderjarige] de volgende dag om 12:00 uur teruggebracht;
indien die volgende dag een schooldag betreft, vindt de overdracht via school plaats: de ouder die [de minderjarige] heeft wegens de speciale dag brengt haar naar school, en de ouder waar [de minderjarige] volgens de standaardregeling verblijft, haalt haar op.
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
gelegen vóór 20 april 2026; uiterlijk op die datum dient de Raad voor de Kinderbescherming zo mogelijk zijn rapport met advies te hebben uitgebracht aan de rechtbank met kopie aan de belanghebbenden;
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.