ECLI:NL:RBDHA:2025:17050
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod met betrekking tot Tunesische eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod dat aan een Tunesische eiser was opgelegd. De eiser, die sinds eind 2022 in Nederland verblijft, heeft een terugkeerbesluit ontvangen zonder vertrektermijn en een inreisverbod voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser onrechtmatig in Nederland verbleef en dat er onttrekkingsgevaar aanwezig was. De eiser voerde aan dat zijn privéleven onvoldoende was meegewogen bij de beslissing van de minister van Asiel en Migratie, maar de rechtbank oordeelde dat de minister op goede gronden het terugkeerbesluit had opgelegd. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet rechtmatig in Nederland verbleef en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de minister zouden hebben moeten weerhouden van het opleggen van het inreisverbod. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat er inmiddels uitspraak was gedaan in het beroep. De rechtbank wees ook de proceskostenvergoeding af.