ECLI:NL:RBDHA:2025:16982
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens onbekende bestemming en gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 september 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F.J.E. Hogewind, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. M.K. Ruijzendaal, afgewezen bij besluit van 2 juni 2025. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld, maar de gemachtigde van eiser was niet verschenen op de zitting, met een bericht van verhindering. De minister heeft tijdens de zitting aangegeven dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde geen contact meer met hem heeft. De rechtbank concludeert hieruit dat eiser niet langer bescherming in Nederland zoekt en dat hij daarom geen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank heeft vervolgens het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 september 2025.