ECLI:NL:RBDHA:2025:16982

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 september 2025
Publicatiedatum
16 september 2025
Zaaknummer
NL25.5472
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag wegens onbekende bestemming en gebrek aan procesbelang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 september 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F.J.E. Hogewind, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. M.K. Ruijzendaal, afgewezen bij besluit van 2 juni 2025. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld, maar de gemachtigde van eiser was niet verschenen op de zitting, met een bericht van verhindering. De minister heeft tijdens de zitting aangegeven dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde geen contact meer met hem heeft. De rechtbank concludeert hieruit dat eiser niet langer bescherming in Nederland zoekt en dat hij daarom geen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank heeft vervolgens het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 september 2025.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.25472
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. F.J.E. Hogewind),
en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. M.K. Ruijzendaal).

Procesverloop

Bij besluit van 2 juni 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 3 september 2025 op zitting behandeld. De gemachtigde van eiser is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. De minister heeft de rechtbank laten weten dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op verzoek van de rechtbank laten weten dat hij geen contact meer met hem heeft. Daaruit leidt de rechtbank af dat eiser niet langer bescherming in Nederland zoekt. Aangezien eiser niet langer bescherming in Nederland zoekt, heeft hij geen belang meer bij een beoordeling van zijn beroep.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 3 september 2025 door mr. E.E.M. van Abbe, rechter, in aanwezigheid van mr. L.S. Lodder, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt
09 september 2025

Documentcode: [Documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.