ECLI:NL:RBDHA:2025:16731
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 10 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 20 augustus 2025 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag volgens de Dublinverordening. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die zijn beroep steunt op de omstandigheden in Spanje en het interstatelijk vertrouwensbeginsel, zorgvuldig overwogen. Eiser heeft aangevoerd dat er tekortkomingen zijn in de opvangfaciliteiten in Spanje, onderbouwd met rapporten van Human Rights Watch en Amnesty International. Echter, de rechtbank concludeert dat eiser niet heeft aangetoond dat er structurele tekortkomingen zijn die een reëel risico op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest met zich meebrengen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de minister om de aanvraag niet in behandeling te nemen in stand blijft. Eiser kan worden overgedragen aan Spanje en ontvangt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.