ECLI:NL:RBDHA:2025:16717

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2025
Publicatiedatum
10 september 2025
Zaaknummer
NL23.14426
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugkeerbesluit van de minister van Asiel en Migratie tegen Kosovaarse eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 september 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit van de minister van Asiel en Migratie. Eiser, die stelt de Kosovaarse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1984, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 14 april 2023, waarin hem een terugkeerbesluit is opgelegd. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld.

De minister heeft in het terugkeerbesluit aangegeven dat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Dit risico is onderbouwd met verschillende gronden, waaronder het feit dat eiser geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland en dat hij zich in het verleden aan het toezicht heeft onttrokken. Eiser heeft aangevoerd dat hij onmiddellijk gevolg heeft gegeven aan de verplichting om het grondgebied van de Europese lidstaten te verlaten, en dat er daarom geen grond is voor het terugkeerbesluit.

De rechtbank heeft geoordeeld dat, ondanks de stelling van eiser, het risico op onttrekking voldoende is gemotiveerd door de minister. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen rechtmatig verblijf heeft en dat de minister op basis van de wetgeving een terugkeerbesluit heeft kunnen uitvaardigen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.14426

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 14 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser een terugkeerbesluit uitgevaardigd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechter doet een uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiser stelt de Kosovaarse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [datum] 1984.
2. In het terugkeerbesluit heeft verweerder vermeld dat het risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Verweerder heeft, met toepassing van artikel 5.1b, eerste, derde en vierde lid, van het Vb [1] , als zware gronden vermeld dat eiser:
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3b. zich in strijd met de Vreemdelingenwetgeving gedurende enige tijd aan het toezicht op vreemdelingen heeft onttrokken;
3g. in het Nederlandse rechtsverkeer gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste documenten;
en als lichte gronden vermeld dat eiser:
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
3. Eiser voert aan dat hij onmiddellijk gevolg heeft gegeven aan de aan hem opgelegde verplichting om onmiddellijk het grondgebied van de Europese lidstaten te verlaten. Er is dan ook geen grond om een terugkeerbesluit jegens hem uit te vaardigen.
4. Vaststaat dat eiser geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland, zodat tegen hem in beginsel een terugkeerbesluit moet worden uitgevaardigd. De enkele omstandigheid dat eiser onmiddellijk zou zijn vertrokken naar Kosovo doet daar niet aan af. Verweerder heeft het risico op onttrekking voldoende gemotiveerd en op grond hiervan een vertrektermijn aan eiser kunnen onthouden. [2]
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 8 september 2025 door mr. M.J. Schouw, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl..
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Vreemdelingenbesluit 2000.
2.Dit volgt uit artikel 62, tweede lid, aanhef en onder a, van de Vw.