13.8.Gelet op het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de verklaringen van eiseres geen samenhangend en aannemelijk geheel vormen. De hiertoe aangevoerde beroepsgrond slaagt niet.
Eiseres heeft haar asielaanvraag niet zo spoedig mogelijk ingediend en heeft daarvoor geen goede verklaring (artikel 31, zesde lid, onder d, van de Vw)
14. Verweerder stelt niet ten onrechte dat eiseres haar asielaanvraag niet zo spoedig mogelijk heeft ingediend en zij daarvoor geen goede verklaring heeft. Eiseres is Nederland in 2008 legaal ingereisd, maar de aan haar verleende verblijfsvergunning is met terugwerkende kracht tot 22 mei 2008 ingetrokken. Eiseres is zich sinds 2017 gaan inzetten voor de Jehova’s Getuigen. Zij heeft echter pas op 4 juni 2022 asiel aangevraagd. Ook als eiseres in het verleden door haar voormalige advocaat niet goed is geïnformeerd, mocht het gezien het lange (illegale) verblijf van het gezin, de bijstand van een (nieuwe) advocaat en eerdere juridische procedures, zoals de rechtszaak tegen de voormalige advocaat, worden verwacht dat het gezin informatie zou verkrijgen over de opties van legaal verblijf, inclusief asiel. Niet duidelijk is waarom het gezin geen informatie heeft ingewonnen, bijvoorbeeld bij de Jehovah’s Getuigen. Verweerder stelt niet ten onrechte dat het feit dat het gezin sinds zij in contact kwamen met de Jehova’s Getuigen in 2014 niet heeft onderzocht of zij asiel konden aanvragen twijfel oproept over de ernst en urgentie van de asielaanvraag. De hiertoe aangevoerde beroepsgrond slaagt dus niet.
Conclusie geloofwaardigheid
15. Reeds gelet op het voorgaande heeft verweerder de afvalligheid van het katholicisme en de bekering van eiseres tot de Jehova’s Getuigen ongeloofwaardig mogen vinden. De rechtbank zal zich daarom niet uitlaten over de vraag of verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres in grote lijnen als niet geloofwaardig kan worden beschouwd (artikel 31, zesde lid, onder e, van de Vw). Nu verweerder de afvalligheid van het katholicisme en de bekering van eiseres tot de Jehova’s Getuigen ongeloofwaardig heeft mogen vinden, stelt verweerder zich ook niet ten onrechte op het standpunt dat niet valt in te zien dat eiseres bij terugkeer naar China enige religieuze activiteiten zal ondernemen en hierdoor problemen zal ondervinden. Eiseres heeft ook niet onderbouwd dat in China bekend is dat zij activiteiten voor de Jehova’s Getuigen verricht.
Kennelijk ongegrond (artikel 30b, eerste lid, onder h, van de Vw)
16. Voor zover eiseres betoogt dat verweerder haar asielaanvraag ten onrechte heeft afgewezen als kennelijk ongegrond, verwijst de rechtbank naar wat zij hiervoor in rechtsoverweging 14 heeft overwogen. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres zich zonder gegronde reden niet zo spoedig mogelijk heeft gemeld voor het doen van een asielaanvraag. De hiertoe aangevoerde beroepsgrond slaagt niet.