Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
[verzoekster] B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het inleidende verzoek, het voorwaardelijk tegenverzoek en het verweer
primairde arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] en werknemer te ontbinden per de eerst mogelijke datum wegens een redelijke grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 BW, zo mogelijk op grond van onderdelen d, e, g of h [BW], althans een in goede justitie te bepalen redelijke grond;
subsidiairde arbeidsovereenkomst tussen [verzoekster] en werknemer te ontbinden per de eerst mogelijke datum wegens een combinatie van gronden zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onderdeel i BW;
zowel primair als subsidiairwerknemer te veroordelen in de kosten van de procedure, het salaris van de gemachtigde en de nakosten van [verzoekster] daaronder begrepen.
4.De beoordeling
Jij als directeur zelfstandig zou kunnen opereren en samen met mededirecteur [naam 6] [naam] een basisstructuur en processen ingericht en operationeel zouden hebben,
De projecten soepeler zouden verlopen en hiermee een gezonde werkdruk in de organisatie was bewerkstelligd;
Jullie zelfstandig in staat zouden zijn nieuwe projecten te verwerven;
Er een hogere kwaliteit van personeel zou zijn aangetrokken;
Wanneer de bovenstaande punten behaald zouden zijn er ook een hoger netto winstpercentage behaald zou worden. (…)
Kritisch naar je eigen functioneren en handelen kijken en hierbij de ego niet in de weg laten staan. (….)
Zorg dat je je positief opstelt, luister en sta open voor advies dat wordt gegeven door de nieuwe algemeen directeur, de eigenaren en de samenwerkingspartners. Probeer minder de discussie te zoeken, neem kritiek niet altijd persoonlijk, maar zoek juist de samenwerking op. (…)
Je gaf aan dat he de afgelopen jaren om hulp hebt gevraagd maar voor [naam 1] en [naam 3] was het niet duidelijk wat je van ze verachtte. Wanneer je hulp nodig hebt is het belangrijk dat je je hulpvraag duidelijk formuleert en stelt. (….)
ernstigverwijtbaar handelen aan de zijde van de werkgever (artikel 6:671c lid 2 onder b BW). Algemeen bekend is dat de wetgever heeft gewild dat een billijke vergoeding alleen toegekend zou moeten worden in uitzonderlijke omstandigheden.