Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[betrokkene]
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Beslissing
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 augustus 2025 uitspraak gedaan over een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een boete van € 359,00 ontvangen wegens het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart op 21 mei 2024. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 15 augustus 2025 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde voor om het beroep ongegrond te verklaren, maar ook om de boete te matigen tot nihil, omdat betrokkene had aangevoerd dat de hitte ervoor had gezorgd dat de lijm van de gehandicaptenkaart was losgelaten, waardoor de kaart op de vloer van de auto viel.
De kantonrechter heeft de argumenten van de vertegenwoordiger van de officier van justitie overwogen en heeft besloten het beroep gegrond te verklaren. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd en de boete werd gematigd tot nihil. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat betrokkene aan zekerheid had gesteld, door de officier van justitie moest worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. G.P. Verbeek, kantonrechter, en de griffier was M. Sardjoe. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.