In deze zaak vordert de vrouw de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap na de echtscheiding van partijen, die op 1 september 2022 door de rechtbank is uitgesproken. De vrouw stelt dat Nederlands recht van toepassing is, terwijl de man aanvoert dat Marokkaans recht van toepassing is. De partijen zijn in 1997 in Marokko gehuwd en hebben sindsdien in Nederland gewoond. De man heeft in 2003 de Nederlandse nationaliteit verkregen. De rechtbank oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat Nederlands recht van toepassing is op de verdeling van de huwelijksgemeenschap, omdat de man de Nederlandse nationaliteit heeft en partijen in Nederland wonen.
De rechtbank stelt vast dat de ontbonden huwelijksgemeenschap bij helfte moet worden verdeeld. De vrouw en de man hebben gezamenlijk een woning, bankrekeningen, inboedel en auto’s. De rechtbank beslist dat de woning over een jaar te koop wordt gezet en dat de opbrengst na aflossing van de hypothecaire schuld gelijkelijk wordt verdeeld. De inboedel zal in onderling overleg worden verdeeld zodra de vrouw andere woonruimte heeft gevonden. De rechtbank wijst de vorderingen van de vrouw en de man toe, waarbij de man de auto met kenteken [kenteken 3] (de Smart) en de vorderingen op derden krijgt, en de vrouw de elektrische snorfiets en de auto met kenteken [kenteken 2] (de Peugeot) toegewezen krijgt. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.