Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[partij A sub 1] te [woonplaats] ,2. [partij A sub 2] te [woonplaats] ,3. [partij A sub 3] te [woonplaats] ,
1.[partij B sub 1] te [woonplaats] ,2. [partij B sub 2] te [woonplaats] ,3. [partij B sub 3] te [woonplaats] ,4. [partij B sub 4] te [woonplaats] ,5. [partij B sub 5] te [woonplaats] ,6. [partij B sub 6] te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de akte van [partij B] c.s. van 21 mei 2025 met producties [huisnummer 5] – 37;
- de akte van [partij A] c.s. met producties 23 - 26.
2.De verdere beoordeling in conventie en reconventie
- mevrouw [naam 2] , huurster van huisnummer [huisnummer 1] van 2004 tot 2005 (aanvullende verklaring);
- mevrouw [naam 3] , bewoonster van huisnummer [huisnummer 3] van 1998 tot halverwege 2006 (voormalig partner van de heer [naam 4] , zie rov. 4.13 van het tussenvonnis);
- mevrouw [naam 5] , huurster van huisnummer [huisnummer 2] van oktober 2014 tot en met augustus 2015; en
- de heer [naam 6] , eigenaar van huisnummers [huisnummer 1] en [huisnummer 2] van eind 2011 tot begin 2017 (aanvullende verklaring).
- de heer [naam 7] , bewoner van huisnummer [huisnummer 4] van begin 2001 tot medio 2017 (aanvullende verklaring);
- mevrouw [naam 8] , ex-partner van [naam 7] en zus van partij [partij A sub 2] , bewoonster van huisnummer [huisnummer 4] van begin 2001 tot medio 2017;
- mevrouw [naam 9] , bewoonster van huisnummer [huisnummer 5] (zie tussenvonnis onder 2.7) sinds 1958;
bezitvan de erfdienstbaarheid hebben gehad is van belang dat het bezit van een erfdienstbaarheid het bezit van het blote eigendom door de rechthebbende niet uitsluit, anders dan bij het bezit van een fysiek goed. De rechthebbende op het perceel waarop de erfdienstbaarheid die in bezit zou zijn genomen (hier: het recht om een container te stallen), kan het bezit van die erfdienstbaarheid ook niet zelf (terug) verkrijgen, omdat het heersend en het dienend erf niet een en hetzelfde kunnen zijn. Voor het (al dan niet tijdelijk) beëindigen van het bezit van de erfdienstbaarheid is daarom voldoende dat het ‘in bezit’ genomen recht van erfdienstbaarheid feitelijk wordt beëindigd.