Op 12 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De zaak werd behandeld in het kader van jeugdbescherming, waarbij de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming als gecertificeerde instelling optrad. De ouders van de minderjarigen, die met elkaar zijn gehuwd, zijn belast met het ouderlijk gezag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet zijn verschenen op de zitting, ondanks dat zij correct waren opgeroepen. De minderjarigen hebben geen mening gegeven over de situatie.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarigen meegenomen, die voortkomen uit de ontoereikende pedagogische vaardigheden van de ouders en de aanwezige gedragsproblematiek bij de kinderen. De kinderrechter concludeert dat de ouders niet in staat zijn om de nodige sturing en begeleiding te bieden, wat leidt tot een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van de minderjarigen te verlengen voor de duur van een jaar, tot 18 augustus 2026, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag, waarbij belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak of betekening van de beschikking in beroep kunnen gaan.