Op 12 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft de ouders, de moeder en de vader, apart gehoord tijdens een zitting met gesloten deuren. De moeder heeft zorgen geuit over de omgang van de minderjarige met de vader, vooral met betrekking tot de emotionele en fysieke veiligheid van het kind. De vader heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, maar herkent de zorgen van de moeder niet. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig bedreigd wordt en dat vrijwillige hulpverlening niet voldoende is. Daarom is besloten de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, tot 16 augustus 2026, en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De kinderrechter benadrukt het belang van professionele hulp voor beide ouders en de noodzaak om de belangen van de minderjarige voorop te stellen.