ECLI:NL:RBDHA:2025:15685

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2025
Publicatiedatum
22 augustus 2025
Zaaknummer
NL25.12346
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 augustus 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Nigeriaanse man, had op 14 maart 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie als kennelijk ongegrond was afgewezen. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 15 juli 2025, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door een tolk en zijn gemachtigde, mr. J.J. de Vries, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door mr. I. van Es.

De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL25.12345), waarin het beroep van de verzoeker gegrond werd verklaard. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit zijn in stand gelaten, waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de minister veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 907,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.12346

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.J. de Vries),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. I. van Es).

Inleiding

1. Met het besluit van 14 maart 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep [1] , op 15 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser (bijgestaan door een tolk), de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de minister. Het onderzoek is op zitting gesloten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, in de zaak met nummer NL25.12345, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het beroep is daarbij gegrond verklaard en de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit zijn in stand gelaten. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Nu het beroep gegrond is verklaard, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de minister te veroordelen in de proceskosten van verzoeker. De voorzieningenrechter stelt de proceskosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 907,- (één punt voor het indienen van het verzoek om een voorlopige voorziening, met een waarde van
€ 907,- per punt).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 907,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.A. Ruiter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.NL25.12345.