Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
N. Mekenkamp, griffier.
Rechtbank Den Haag
Op 21 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de bewaring van een asielzoeker, eiseres, die in de grensprocedure verkeerde. De rechtbank oordeelde dat artikel 8, derde lid, aanhef en onder c, van de Opvangrichtlijn, geïmplementeerd in artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), kan dienen als wettelijke grondslag voor de bewaring van asielzoekers die in afwachting zijn van een besluit op hun asielaanvraag. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van 19 juli 2025, waarbij haar een vrijheidsontnemende maatregel was opgelegd. De rechtbank behandelde het beroep op 14 augustus 2025, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank overwoog dat de maatregel niet onrechtmatig was, omdat er geen bijzondere individuele omstandigheden waren die de vrijheidsontneming onevenredig bezwarend maakten. Eiseres voerde aan dat de wettelijke grondslag voor haar bewaring niet geschikt was, maar de rechtbank volgde deze stelling niet. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en verklaarde het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak werd gedaan door rechter M.M. Meijers, in aanwezigheid van griffier N. Mekenkamp, en werd openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.