ECLI:NL:RBDHA:2025:15550

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juli 2025
Publicatiedatum
20 augustus 2025
Zaaknummer
24/3462
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart op basis van medische beoordeling

Op 29 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende in [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser had een aanvraag ingediend voor een gehandicaptenparkeerkaart ten behoeve van een passagier, maar deze aanvraag is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing terecht was, omdat eiser niet continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder van deur tot deur. Dit oordeel is gebaseerd op het medisch advies van Calder Werkt, gedateerd 18 juli 2023, waaruit blijkt dat er geen medische informatie is overgelegd die de conclusie van het medisch advies tegenspreekt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat de gezondheidstoestand van eiser onjuist is beoordeeld door de adviserend arts en dat er geen reden is om te twijfelen aan de onafhankelijkheid van de keuringsinstantie.

De rechter heeft de zitting geopend en de zaak inhoudelijk besproken met de partijen, waarna het onderzoek werd gesloten en de uitspraak werd gedaan. Eiser is ter zitting verschenen, vergezeld door zijn partner, en de gemachtigde van verweerder was ook aanwezig. De rechtbank heeft eiser erop gewezen dat er binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep kan worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, en dat er bij de voorzieningenrechter van het hogerberoepscollege een verzoek kan worden ingediend voor een voorlopige voorziening indien hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 24/3462

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van29 juli 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder

(gemachtigde: [naam] ).

Zitting hebben:

- mr. N.E.M. de Coninck, rechter,
- mr. F. Leichel, griffier.
Ter zitting zijn verschenen eiser, vergezeld door zijn partner, en de gemachtigde van verweerder.
De rechter heeft de zitting geopend en de zaak inhoudelijk besproken met partijen. Daarna heeft de rechter het onderzoek gesloten en meteen uitspraak gedaan als volgt.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht heeft beslist dat eiser niet in aanmerking komt voor een gehandicaptenparkeerkaart ten behoeve van een passagier. Uit het medisch advies van Calder Werkt van 18 juli 2023 volgt namelijk dat eiser niet continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder van deur tot deur. Eiser heeft geen medische informatie overgelegd waarin de conclusie van het medisch advies wordt tegengesproken. Ook anderszins zijn er geen aanwijzingen dat de adviserend arts de gezondheidstoestand van eiser niet juist heeft beoordeeld. Verder bestaat er geen aanleiding om te twijfelen aan de onafhankelijkheid van de keuringsinstantie.
De rechter heeft erop gewezen dat binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal hoger beroep tegen de uitspraak kan worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van het hogerberoepscollege worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Waarvan proces-verbaal.
griffier rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: