ECLI:NL:RBDHA:2025:15550
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart op basis van medische beoordeling
Op 29 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende in [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiser had een aanvraag ingediend voor een gehandicaptenparkeerkaart ten behoeve van een passagier, maar deze aanvraag is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing terecht was, omdat eiser niet continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder van deur tot deur. Dit oordeel is gebaseerd op het medisch advies van Calder Werkt, gedateerd 18 juli 2023, waaruit blijkt dat er geen medische informatie is overgelegd die de conclusie van het medisch advies tegenspreekt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat de gezondheidstoestand van eiser onjuist is beoordeeld door de adviserend arts en dat er geen reden is om te twijfelen aan de onafhankelijkheid van de keuringsinstantie.
De rechter heeft de zitting geopend en de zaak inhoudelijk besproken met de partijen, waarna het onderzoek werd gesloten en de uitspraak werd gedaan. Eiser is ter zitting verschenen, vergezeld door zijn partner, en de gemachtigde van verweerder was ook aanwezig. De rechtbank heeft eiser erop gewezen dat er binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep kan worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, en dat er bij de voorzieningenrechter van het hogerberoepscollege een verzoek kan worden ingediend voor een voorlopige voorziening indien hoger beroep wordt ingesteld.