ECLI:NL:RBDHA:2025:1544
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het bestuursrecht inzake verblijfsvergunning voor studie
Op 6 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 24/16037. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker die bezwaar had gemaakt tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning voor het verblijfsdoel 'studie'. De minister van Asiel en Migratie had op 10 september 2024 het bezwaar van de verzoeker ongegrond verklaard. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 20 januari 2025, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, maar de verzoeker zelf niet. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, AWB 24/16036, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die andere zaak uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaak verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Drenten-Boon, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.