In deze zaak, die op 7 januari 2025 werd behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft NL Trading B.V. een kort geding aangespannen tegen [naam 1] met betrekking tot de executie van twee hypothecaire geldleningen. NL Trading is eigenaar van twee panden die gefinancierd zijn door [naam 1] via hypothecaire leningen. De vorderingen van NL Trading zijn gericht op het staken van de executieveiling die door [naam 1] was aangekondigd, terwijl [naam 1] op zijn beurt vorderingen heeft ingediend om de panden in beheer te nemen en te ontruimen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat [naam 1] geen misbruik maakt van zijn bevoegdheid tot parate executie en dat de vorderingen van NL Trading niet toewijsbaar zijn. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de hypothecaire geldleningen inmiddels opeisbaar zijn en dat [naam 1] recht heeft op parate executie. De vorderingen van NL Trading zijn afgewezen, evenals de vordering in reconventie van [naam 1]. Beide partijen zijn in het ongelijk gesteld wat betreft hun vorderingen, en de proceskosten zijn toegewezen aan de verliezende partij.