ECLI:NL:RBDHA:2025:154

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 januari 2025
Publicatiedatum
7 januari 2025
Zaaknummer
C/09/677043 / KG ZA 24-1151
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over parate executie en hypothecaire geldleningen tussen NL Trading B.V. en [naam 1]

In deze zaak, die op 7 januari 2025 werd behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft NL Trading B.V. een kort geding aangespannen tegen [naam 1] met betrekking tot de executie van twee hypothecaire geldleningen. NL Trading is eigenaar van twee panden die gefinancierd zijn door [naam 1] via hypothecaire leningen. De vorderingen van NL Trading zijn gericht op het staken van de executieveiling die door [naam 1] was aangekondigd, terwijl [naam 1] op zijn beurt vorderingen heeft ingediend om de panden in beheer te nemen en te ontruimen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat [naam 1] geen misbruik maakt van zijn bevoegdheid tot parate executie en dat de vorderingen van NL Trading niet toewijsbaar zijn. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de hypothecaire geldleningen inmiddels opeisbaar zijn en dat [naam 1] recht heeft op parate executie. De vorderingen van NL Trading zijn afgewezen, evenals de vordering in reconventie van [naam 1]. Beide partijen zijn in het ongelijk gesteld wat betreft hun vorderingen, en de proceskosten zijn toegewezen aan de verliezende partij.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/677043 / KG ZA 24-1151
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van
23 december 2024
in de zaak van
NL TRADING B.V.te Den Haag,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. G. Janssen te Den Haag,
tegen:
[naam 1]te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. B.J. de Deugd te Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas.
Partijen worden hierna ‘NL Trading’ en ‘[naam 1]’ genoemd.
Aanwezig is mr. H.J. Vetter, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. F.J. Streng, griffier.
Tevens zijn aanwezig:
- namens NL Trading: de heer [naam 2], vergezeld van mr. Janssen; en
- [naam 1], vergezeld van mr. De Deugd.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
NL Trading is eigenaar van de panden aan de [adres 1] en [adres 2] te [plaats] (hierna ook: de panden). Ter financiering van de panden heeft [naam 1] twee afzonderlijke hypothecaire geldleningen verstrekt aan NL Trading.
1.2.
Voor de financiering van de [adres 1] heeft NL Trading een bedrag van
€ 283.000,-- van [naam 1] geleend. Partijen hebben de afspraken over deze geldlening vastgelegd in een geldleningsovereenkomst van 28 september 2021. De geldleningsovereenkomst heeft een looptijd van twee jaar en ter zekerheid voor de nakoming van haar verplichtingen daaruit heeft NL Trading een recht van eerste hypotheek verstrekt aan [naam 1].
1.3.
Voor de financiering van [adres 2] heeft NL Trading een bedrag van € 438.000,-- van [naam 1] geleend. Partijen hebben de afspraken over deze geldlening vastgelegd in een geldleningsovereenkomst van 9 september 2022. Deze geldleningsovereenkomst heeft een looptijd van een half jaar, met de mogelijkheid tot verlenging met een half jaar. Ter zekerheid voor de nakoming van haar verplichtingen uit deze overeenkomst heeft NL Trading een recht van eerste hypotheek verstrekt aan [naam 1].
1.4.
Op 30 december 2022 heeft [naam 1] aan NL Trading bericht dat zij haar verplichtingen uit de geldleningsovereenkomsten niet is nagekomen en dat [naam 1] daarom aanspraak maakt op betaling van de hoofdsommen inclusief achterstallige rente. Verder schrijft [naam 1] dat als NL Trading die bedragen niet betaalt, [naam 1] de overeenkomsten met ingang van 8 januari 2023 opzegt en over zal gaan tot executieverkoop van de panden.
1.5.
Bij brieven van 23 februari 2023 en 29 maart 2023 heeft [naam 1] de geldleningsovereenkomsten (nogmaals) opgezegd en NL Trading gesommeerd om de openstaande bedragen te voldoen, bij gebreke waarvan [naam 1] zal aansturen op executieverkoop van de panden.
1.6.
In 2024 heeft NL Trading het pand aan de [adres 1] onderhands aan een derde verkocht. NL Trading en [naam 1] konden echter geen overeenstemming bereiken over de inhoud van de aflosnota. De financier van de koper heeft zich in de eerste week van september 2024 teruggetrokken en de verkoop heeft geen doorgang gevonden.
1.7.
Bij brief van 5 september 2024 heeft [naam 1] aan NL Trading bericht dat er (opnieuw) opdracht zal worden gegeven voor executieverkoop.
1.8.
Bij e-mails van 18 oktober 2024 heeft notaris de heer [naam 3] NL Trading bericht dat [naam 1] hem opdracht heeft gegeven om over te gaan tot de executieverkoop van de panden. Namens [naam 1] heeft de notaris NL Trading nog een laatste termijn gegund om tot betaling over te gaan en aangekondigd dat als NL Trading daaraan voldoet, de executieveiling zal worden ingepland op 13 december 2024.
1.9.
Partijen zijn vervolgens in onderhandeling getreden en dat heeft geleid tot een bespreking bij de notaris op 19 november 2024. Partijen hebben echter geen minnelijke oplossing bereikt. Bij e-mail van 28 november 2024 heeft de notaris aan NL Trading bericht dat de executieverkoop staat gepland op 30 december 2024. De volgende dag heeft [naam 1] de aanzegging van de executieverkoop van de panden bij deurwaardersexploot aan NL Trading laten betekenen.
1.10.
Op 13 december 2024 heeft NL Trading [naam 1] in kort geding gedagvaard.
1.11.
De datum van de executieverkoop is verplaatst naar 3 februari 2025.
1.12.
NL Trading vordert in deze kortgedingprocedure primair dat [naam 1] wordt veroordeeld om de executieveiling te staken en subsidiair dat [naam 1] wordt gelast om opnieuw met NL Trading in overleg te treden om te bezien of een minnelijke regeling tussen partijen tot stand kan worden gebracht, met veroordeling van [naam 1] in de proceskosten. [naam 1] voert verweer tegen de vordering van NL Trading.
1.13.
[naam 1] vordert op zijn beurt dat hij wordt gemachtigd om – uit hoofde van de hypotheekakten – de panden in beheer te nemen en/of te doen ontruimen, met veroordeling van NL Trading in de proceskosten. NL Trading voert verweer tegen de vordering van [naam 1].
1.14.
De voorzieningenrechter oordeelt dat zowel de vorderingen van NL Trading als van [naam 1] niet toewijsbaar zijn en zal dat oordeel hieronder uitleggen.
De vordering van NL Trading in conventie
1.15.
Partijen zijn het erover eens dat de looptijd van de hypothecaire geldleningsovereenkomsten met betrekking tot de panden aan de [adres 1] en [adres 2] inmiddels is verstreken. Beide geldleningen zijn daarmee opeisbaar geworden en [naam 1] heeft NL Trading meermaals tot betaling van de openstaande bedragen (inclusief rente en kosten) gemaand. NL Trading is tot op heden niet tot betaling overgegaan. Het staat [naam 1] daarom in principe vrij om gebruik te maken van zijn recht van parate executie met betrekking tot de panden. Dat kan anders zijn als [naam 1] misbruik maakt van zijn bevoegdheid tot parate executie. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat daarvan geen sprake is.
1.16.
Ten eerste is niet gebleken dat [naam 1] een te hoog rentepercentage voor de [adres 1] bij NL Trading in rekening heeft gebracht, zoals NL Trading in haar dagvaarding heeft betoogd. Hoewel partijen in de betreffende geldleningsovereenkomst een rentepercentage van 5% zijn overeengekomen, heeft [naam 1] op de zitting toegelicht dat partijen na verloop van tijd mondeling hebben afgesproken dit percentage te verhogen naar 8%. NL Trading heeft het bestaan van die mondelinge afspraak tijdens de zitting bevestigd, zodat de voorzieningenrechter niet anders kan concluderen dan dat [naam 1] terecht aanspraak heeft kunnen maken op een rentepercentage van 8%.
1.17.
Verder heeft NL Trading niet aannemelijk gemaakt dat [naam 1] de onderhandse verkoop van de [adres 1] voor een behoorlijke prijs heeft gefrustreerd. Volgens NL Trading heeft de discussie over de aflosnota omstreeks augustus 2024 ertoe geleid dat de onderhandse verkoop niet doorging en was die discussie te wijten aan [naam 1], onder meer omdat hij ten onrechte de veilingkosten voor het pand aan de Schimmelweg als post had opgevoerd. [naam 1] heeft die stelling echter gemotiveerd weersproken. Hij heeft uitgebreid toegelicht dat partijen ten aanzien van het pand aan de Schimmelweg met elkaar hebben samengewerkt en hoe dat noodgedwongen tot een executoriale veiling van het pand heeft geleid. Volgens [naam 1] zou NL Trading destijds hebben verklaard dat zij de veilingkosten van de Schimmelweg voor haar rekening zou nemen en dat partijen die kosten bij de verkoop van de Capadosestraat zouden verrekenen. Volgens [naam 1] kon hij die veilingkosten daarom wel degelijk als post opvoeren in de aflosnota en had het op de weg van NL Trading gelegen om telefonisch contact met [naam 1] op te nemen als zij daar andere afspraken over wenste te maken. NL Trading heeft haar stellingen op dit punt niet verder onderbouwd.
1.18.
Tot slot is ook niet gebleken dat NL Trading de panden aan de [adres 1] en [adres 2] inmiddels onderhands heeft verkocht tegen een aanvaardbare verkoopprijs. NL Trading heeft slechts aangevoerd dat er een koper in beeld zou zijn voor het pand aan [adres 2], maar zij beschikt naar eigen zeggen slechts over een niet-ondertekende koopovereenkomst. Bij die stand van zaken kan van [naam 1] niet worden verlangd dat hij de executoriale verkoop van de panden staakt.
1.19.
De voorzieningenrechter concludeert dat aan de vereisten voor het uitoefenen van het recht van parate executie is voldaan. [naam 1] maakt geen misbruik van dat recht en ook handelt hij niet onrechtmatig of pleegt hij wanprestatie jegens NL Trading. De gevraagde voorzieningen zullen daarom worden afgewezen.
1.20.
NL Trading is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [naam 1] worden begroot op:
- griffierecht € 320,--
- salaris advocaat € 1.107,--
- nakosten € 178,-- (plus de verhoging zoals vermeld in de
beslissing)
Totaal € 1.605,--
De vordering van [naam 1] in reconventie
1.21.
[naam 1] vordert in reconventie dat hij wordt gemachtigd om de panden in beheer te nemen en te ontruimen. Deze vordering zal ook worden afgewezen. Voor het verkrijgen van een dergelijke machtiging tot het inroepen van een beheers- en ontruimingsbeding zal [naam 1] de daarvoor geëigende – en met diverse waarborgen voor belanghebbende(n) omklede – verzoekschriftprocedure van artikel 3:267 BW moeten volgen.
1.22.
[naam 1] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van NL Trading worden begroot op nihil.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In conventie
2.1.
wijst het gevorderde af;
2.2.
veroordeelt NL Trading in de proceskosten van € 1.605,--, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als NL Trading niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet NL Trading € 92,-- extra betalen, plus de kosten van betekening;
2.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie
2.4.
wijst het gevorderde af;
2.5.
veroordeelt [naam 1] in de proceskosten van NL Trading, tot dusver begroot op nihil.
WAARVAN PROCES-VERBAAL,
…………………………………. …………………………………
De griffier is buiten staat te tekenen mr. H.J. Vetter