In deze zaak heeft eiseres, ZW B.V., beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op een bezwaar tegen een besluit van 18 april 2024, waarin de uitkering van de werkneemster werd gewijzigd. Eiseres heeft op 26 april 2024 bezwaar gemaakt en op 18 februari 2025 beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder een termijn van negen weken gegeven om alsnog een besluit bekend te maken, en heeft bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eiseres. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat in gevallen waar een medisch advies van een verzekeringsarts nodig is, bijzondere omstandigheden kunnen leiden tot afwijkingen van de standaardtermijnen. De uitspraak is gedaan door mr. S.H. van den Ende op 20 augustus 2025.