Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres
en
de Minister van Asiel en Migratie1,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor haar stiefmoeder beoordeeld. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 19 januari 2022, en het bezwaar hiertegen werd op 1 maart 2023 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 5 november 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en de minister aanwezig waren.
De vreemdelinge, de stiefmoeder van eiseres, heeft de Afghaanse nationaliteit en verblijft momenteel in Iran. Eiseres stelt dat de vreemdelinge in een kwetsbare situatie verkeert, omdat haar verblijfsvergunning in Iran is verlopen en zij dreigt te worden uitgezet naar Afghanistan. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheid tussen eiseres en de vreemdelinge. De rechtbank wijst erop dat eiseres en de vreemdelinge al meer dan 20 jaar niet samen hebben gewoond en dat er geen objectieve belemmeringen zijn voor het uitoefenen van gezinsleven in Iran.
De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag op goede gronden heeft afgewezen en dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de minister de mvv-aanvraag voor de vreemdelinge heeft mogen afwijzen. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 27 januari 2025.