Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eiser 1] en
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
“in overleg met beheerder en verhuurder”en
“na controle van de documenten nieuwe huurder”. Uit die bewoordingen volgt dat de verhuurder en de beheerder weliswaar mede bepaalden welke persoon als huurder van de woning zou worden toegelaten, maar niet dat zij zich het recht hebben voorbehouden om, na het vertrek van een huurder, aan de overgebleven huurders de bevoegdheid te ontzeggen om een nieuwe medehuurder voor te stellen en het aantal (mede)huurders weer aan te vullen tot drie. Dit betekent dat de verhuurder op grond van de huurovereenkomst dus niet het recht heeft zich eenzijdig te onttrekken aan de verplichting om mee te werken aan de aanwijzing van een derde, opvolgende (mede)huurder. De ‘opzegging’ van het coöptatierecht namens de verhuurder, voor zover daarvan sprake is geweest, heeft dan ook geen rechtsgevolg.