ECLI:NL:RBDHA:2025:15167

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
C/09/641521 / FA RK 23-438
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling zorgregeling na raadsonderzoek met betrekking tot minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juni 2025 een beschikking gegeven over de zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ouders, [de vader] en [de moeder], zijn van elkaar gescheiden en hebben gezamenlijk gezag over de kinderen. De rechtbank heeft eerder de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek te verrichten naar de situatie van de kinderen, waarbij de Raad op 26 februari 2024 een rapport heeft uitgebracht. Dit rapport constateert dat de conflicten tussen de ouders een negatieve impact hebben gehad op de kinderen, die angstig zijn voor de vader en slaapproblemen ervaren. De rechtbank heeft besloten om de huidige begeleide omgangsregeling vast te stellen, waarbij de kinderen minimaal één keer per twee weken contact hebben met de vader onder begeleiding van een gecertificeerde instelling. De rechtbank heeft ook voorwaarden gesteld aan de omgang, zoals het uitsluiten van familieleden van de vader tijdens contactmomenten en het waarborgen van de veiligheid van de moeder en de kinderen. De rechtbank heeft de regie over de omgangsregeling neergelegd bij de gecertificeerde instelling, die kan ingrijpen indien nodig. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-438
Zaaknummer: C/09/641521
Datum beschikking: 13 juni 2025

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op het op 18 januari 2023 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: -
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Ferwerda te Amsterdam.

Procedure

Bij beschikking van 22 december 2023 van deze rechtbank is een beslissing over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken aangehouden en de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) verzocht een onderzoek te verrichten, alsmede de rechtbank te rapporteren en te adviseren.
De rechtbank heeft opnieuw kennis genomen van de stukken, waaronder nu ook:
- het rapport en advies van de Raad van 26 februari 2024, kenmerk SK-1-5URSV00;
- het F9-bericht van 21 maart 2024 van de vrouw, met bijlage;
- het F4-bericht van 21 augustus 2024 van de vrouw
- het F4-bericht van 25 november 2024 van de vrouw;
- het F9-bericht van 20 januari 2025 van de vrouw, met bijlagen;
- het F9-bericht van 30 januari 2025 van de vrouw, met bijlage;
- het F9-bericht van 28 februari 2025 van de vrouw;
- het F9-bericht van 1 mei 2025 van de vrouw, met bijlagen;
- de e-mail van de vader van 14 mei 2025, met bijlagen;
- het F9-bericht van de moeder van 16 mei 2025, met bijlage.
[minderjarige 1] heeft schriftelijk zijn mening kenbaar gemaakt. [minderjarige 2] is ook in de gelegenheid gesteld om haar mening te geven, maar zij heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
Op 16 mei 2025 is de behandeling op een zitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming;
  • [naam 2] en [naam 3] namens het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering te [plaats] (hierna: de gecertificeerde instelling).

Feiten

- Partijen zijn gehuwd geweest van [datum 1] 2007 tot [datum 2] 2024.
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats] ;
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- De vader en de moeder hebben zowel de Nederlandse als de Turkse nationaliteit.
- Bij beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 23 augustus 2023 is – voor zover hier aan de orde – bepaald dat:
­ [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot 1 januari 2024 begeleide omgang zullen hebben met de man minimaal eenmaal in de twee weken op een nader door de man en de begeleider van de omgang overeen te komen dag en tijdstip gedurende minimaal 3 uren op een neutrale locatie, waarbij de jeugdbeschermer van het Leger des Heils de bevoegdheid heeft om de duur en frequentie van de omgang uit te breiden;
­ [minderjarige 1] en [minderjarige 2] vanaf 1 januari 2024 eens per twee weken onbegeleide omgang hebben met de man waarbij de omgang op aanwijzing van de GI opgebouwd wordt tot een omgang waarbij de kinderen van vrijdagmiddag 18.00 uur tot zondagmiddag 17.00 uur bij hun vader zijn.
- Bij vonnis van de voorzieningenrechter in deze rechtbank van 4 juni 2024 is aan de vader een verbod opgelegd om zich te bevinden in [plaats] , voor de duur van één jaar, een en ander op straffe van een dwangsom;
- Bij beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland van 18 februari 2025 is de ondertoezichtstelling van de kinderen verlengd tot 3 maart 2026.
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verblijven feitelijk bij de moeder.

Beoordeling

Aan de rechtbank ligt nog voor een verzoek van zowel de vader als de moeder tot vaststelling van een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . De moeder heeft – naar de rechtbank begrijpt – haar verzoek bij het bericht van 30 januari 2025 gewijzigd in die zin dat zij nu vraagt: de huidige begeleide omgangsregeling vast te stellen en om daarbij aan te geven dat onder regie van de GI toegewerkt kan worden naar een weekendregeling. In de afgelopen periode is door de Raad onderzoek gedaan naar de vraag welke zorgregeling het meest in hun belang moet worden geacht.
Onderzoek door de Raad
In het rapport van 26 februari 2024 constateert de Raad dat de conflicten tussen de ouders die hebben plaatsgevonden naar aanleiding van de scheiding hun weerslag hebben gehad op de kinderen. Waar de moeder aan de ene kant erg angstig is voor de vader, laat de vader aan de andere kant juist beangstigend gedrag zien. Hoewel [minderjarige 1] en [minderjarige 2] meermaals zijn verhuisd met hun moeder en op geheime plekken hebben verbleven, is de situatie inmiddels gestabiliseerd. Zij doen het goed op school en hebben sociale contacten en hobby’s opgebouwd. Tegelijkertijd ervaren de kinderen veel spanning rondom het contact met de vader, waardoor ze kampen met slaapproblemen en zich zorgen maken om de moeder. Voor zowel de kinderen als de ouders is daarom hulpverlening geadviseerd door de Raad. Daarnaast adviseert de Raad een opbouwende zorgregeling, waarbij wordt gestart met een begeleide omgang gedurende drie uur, eens per twee weken. Vanuit daar kan worden toegewerkt naar een (onbegeleide) omgang, waarbij de kinderen eens per twee weken van vrijdag 18.00 uur tot zondag 17.00 uur bij de vader verblijven. Om (het gevoel van) veiligheid van de moeder en de kinderen te waarborgen, zijn daarbij wel specifieke voorwaarden gesteld.
Ontwikkelingen en stand van zaken
Namens de gecertificeerde instelling is op de zitting het volgende naar voren gebracht. Naar aanleiding van de adviezen uit het raadsrapport is de omgang in de afgelopen periode opgebouwd. De kinderen hebben in de tussentijd hun behandeling afgerond en de vrouw volgt traumabehandeling. Hoewel de (begeleide) omgangsmomenten tussen de vader en de kinderen inhoudelijk goed zijn verlopen, is tussen de vader en de hulpverlening discussie ontstaan over de invulling van de afspraken. Sinds oktober 2024 vindt het contact daarom weer gedurende twee uur plaats, onder begeleiding van de gecertificeerde instelling. Gedurende een korte periode heeft het contact helemaal stilgelegen. Omdat de vader ook opnieuw zorgelijke uitspraken heeft gedaan, is het standpunt van de gecertificeerde instelling dat het contact voorlopig onder begeleiding moet blijven plaatsvinden. Op korte termijn (vanaf 31 mei 2025) zal de omgang begeleid worden vanuit Comfortzorg. Zij kunnen ook in het weekend de omgang begeleiden en vanuit dezelfde organisatie krijgen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] een jeugdcoach.
Uit een door de moeder ingediende brief volgt daarnaast dat de casus van partijen is aangemeld bij het Hoog Risico Tafel overleg, in het kader van een risico op intiem terreur. Daarbij speelt ook dat de vader recentelijk een woning in [plaats] heeft gekocht, hetgeen het risico op onverwachte ontmoetingen – ondanks het gebiedsverbod – verhoogd en daardoor spanning bij de moeder en de kinderen toeneemt. De moeder heeft bij de rechtbank Noord-Nederland een procedure inzake het (verlengen van) een gebiedsverbod voor de vader aanhangig gemaakt.
De rechtbank zal in het licht van het voorgaande het voorliggende verzoek beoordelen.
Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
Namens de moeder is verzocht om de huidige voorlopige zorgregeling, waarbij het contact tussen de vader en de kinderen onder regie van de gecertificeerde instelling plaatsvindt, vast te leggen in een eindbeschikking. Zij vindt daarbij wel van essentieel belang, zoals tijdens de zitting is benadrukt, dat ook daarbij ook de door de Raad opgestelde voorwaarden gelden. Deze voorwaarden behelzen het volgende:
­ de vader betrekt de familie van de moeder niet langer en neemt geen familie (vader of moederszijde) mee naar welk contactmoment dan ook;
­ de vader zorgt ervoor dat zich niet ongevraagd familie in de buurt van de moeder of de kinderen bevindt;
de vader oefent geen invloed uit op de kinderen;
­ de kinderen hebben alleen contact met familie wanneer de zorgregeling is opgebouwd en in overleg met de gecertificeerde instelling;
­ de overdrachtsmomenten zijn begeleid tot het moment waarop de moeder aangeeft dat zij zich veilig genoeg voelt.
Hoewel de vader ontkent dat de moeder of de kinderen ooit in een onveilige situatie hebben verkeerd en hij op termijn graag meer zorg voor de kinderen wil dragen, heeft hij op de zitting ingestemd met het vastleggen van de huidige zorgregeling. Op de zitting is daarbij ook aan de vader uitgelegd dat de rechtbank geen kennis kan nemen van de door hem gedane verzoeken, omdat proceshandelingen enkel door tussenkomst van een advocaat kunnen worden verricht.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank een eindbeslissing nemen en de tijdelijke zorgregeling, zoals vastgesteld door de rechtbank Noord-Nederland als reguliere zorgregeling vastleggen. De omgang vindt daarbij om te beginnen steeds één keer per twee weken gedurende twee uur onder begeleiding plaats. Het doel is om uiteindelijk toe te werken naar een onbegeleide weekendregeling. De rechtbank zal de regie over een eventuele uitbreiding neerleggen bij de gecertificeerde instelling. Niet alleen kunnen beide partijen zich hierin (voor nu) vinden, maar het geeft ook waarborgen voor de veiligheid van de moeder en de kinderen. De gecertificeerde instelling kan op deze wijze, indien nodig, ingrijpen en/of voorzorgsmaatregelen treffen. De hiervoor genoteerde voorwaarden voor het plaatsvinden van contact, zoals door de Raad geformuleerd, dienen daarbij onverkort te gelden.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de minderjarigen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2013 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats] ;
bij de vader zullen zijn: minimaal één keer per twee weken op een nader door de man en omgangsbegeleider overeen te komen dag en tijdstip, gedurende minimaal twee uur op een neutrale locatie waarbij de jeugdbeschermer van de gecertificeerde instelling Leger des Heils de bevoegdheid heeft om de duur en de frequentie van de omgang uit te breiden, waarbij wordt opgebouwd naar een onbegeleide omgang waarbij de kinderen van vrijdagmiddag 18.00 uur tot zondagmiddag 17.00 uur bij de vader zijn, een en ander met inachtneming van de lichaam van deze beschikking onder “Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken” genoteerde voorwaarden;
en verklaart deze regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.M. Vingerling, kinderrechter, bijgestaan door mr. S.B. Boekema als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 13 juni 2025.