ECLI:NL:RBDHA:2025:15072
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Schorsing van executie en ontruiming van bedrijfsruimte in kort geding
In deze zaak, die op 25 juli 2025 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, vorderde eiseres, aangeduid als [eiseres 1] B.V., schorsing van de executie van een proces-verbaal van 20 oktober 2023, waarin afspraken waren gemaakt over de huur van een bedrijfsruimte. Eiseres had de huur over de maanden januari tot en met juli 2025 niet tijdig voldaan, maar voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die deze vertraging verklaarden. De gedaagden, [gedaagden], hadden de ontruiming van de bedrijfsruimte aangezegd, wat eiseres als misbruik van recht beschouwde. De voorzieningenrechter oordeelde dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was om zonder enige waarschuwing vast te houden aan de afspraken in het proces-verbaal, gezien de verstrekkende gevolgen van die afspraken. De voorzieningenrechter verbood de ontruiming en stelde gedaagden in het ongelijk, waardoor zij de proceskosten moesten vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid in huurgeschillen, vooral wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden die de betalingsproblemen van de huurder kunnen verklaren.