Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
- “U heeft in strijd gehandeld met artikel 8 lid 1 sub a Ambtenarenwet door nevenwerkzaamheden te verrichten waardoor een goede vervulling van de functie of de goede functionering van de openbare dienst niet in redelijkheid is verzekerd. U wist dat de Staat der Nederlanden de erfpacht van [bedrijf 2] wilde afkopen. Een dag voor het sluiten van de koopovereenkomst informeerde u nog bij de heer [naam 1] naar de status van het dossier. Niettemin heeft u als één van de vennoten van VOF [bedrijf 1] een koopovereenkomst met [bedrijf 2] gesloten. Hierdoor heeft u zich schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. U heeft uw eigen belang laten prevaleren boven het belang van de Staat der Nederlanden, waar u als ambtenaar werkzaam bent.
- U heeft in strijd met artikel 8 lid 2 sub a Ambtenarenwet geen melding gedaan bij uw indiensttreding van de nevenwerkzaamheden - het verwerven van erfpachtrecht van [bedrijf 2] – genoemd onder het vorige punt.
- U heeft bevestigd het dossier van het Rijksvastgoedbedrijf over [bedrijf 2] te hebben doorgelezen, zonder dat u daar vanuit uw functie bemoeienis mee had. U heeft deze informatie dus enkel voor privédoeleinden doorgelezen.”
3.Het verzoek
4.Het verweer en het voorwaardelijk tegenverzoek
5.De beoordeling
ernstigeverwijtbaarheid ligt volgens vaste jurisprudentie echter hoog. Deze hoge lat wordt niet gehaald omdat niet uitgesloten is dat [verzoekster] , die niet eerder in een organisatie als RVB werkzaam is geweest, niet voldoende duidelijk voor ogen heeft gehad wat wel en niet geoorloofd was. Dat betekent dat [verzoekster] wel recht heeft op de transitievergoeding. Zij heeft onbetwist gesteld dat deze, berekend tot en met 1 september 2025, € 1.686 bruto bedraagt. Dit bedrag zal dus worden toegewezen.
€ 135,00