Uitspraak
Beschikking op het op 20 mei 2025 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het bericht met bijlagen van 4 juli 2025 van de zijde van de moeder.
gecombineerdbehandeld op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
- de vader bijgestaan door zijn advocaat en tolk N.O. Salad (Somalisch);
- de moeder bijgestaan door haar advocaat en tolk N.O. Salad (Somalisch);
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
Feiten
- Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 in [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2022 in [geboorteplaats] .
- De vader heeft de kinderen erkend.
- De moeder is van rechtswege alleen met het ouderlijk gezag over de kinderen belast.
- De vader stelt de Zwitserse nationaliteit te hebben. De moeder en de kinderen hebben in ieder geval de Nederlandse nationaliteit.
Verzoek en verweer
- hem te belasten met het gezamenlijk gezag over de kinderen, en bij afwijzing de moeder een informatie- en consultatieplicht op te leggen zoals verzocht onder punt 11;
- een zorgregeling te bepalen zoals verzocht onder punt 7 en 8 onder straffe van een dwangsom van € 250,- per keer dat de moeder de regeling niet nakomt;
Beoordeling
Beslissing
(de vader),
(de moeder),
bepaalt dat de uitvoerende hulpverleningsinstantie de rechtbank vóór na te melden pro formadatum rapporteert omtrent het verloop van de Omgangsbegeleiding met kopie aan beide ouders en hun advocaten en daarvan, indien het traject niet positief is verlopen, gelijktijdig een afschrift aan de Raad voor de Kinderbescherming stuurt;
ten aanzien van de omgangsregeling, de verdeling van de vakanties en feestdagen en dwangsomaan tot
1 februari 2026 pro forma.