ECLI:NL:RBDHA:2025:14841
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het aantal toevoegingseenheden voor een advocaat in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2025, met zaaknummer SGR 24/8192, is het beroep van eiseres tegen het aantal toevoegingseenheden voor het jaar 2024 beoordeeld. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.C. Scheermeijer, had in de jaren voorafgaand aan 2024 gemiddeld meer dan 2.000 punten gedeclareerd bij verweerder, het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand. Verweerder had daarop besloten om voor eiseres een afwijkend maximum van 238 toevoegingseenheden vast te stellen, in plaats van het gebruikelijke maximum van 250. De rechtbank oordeelde dat verweerder dit aantal mocht vaststellen om de kwaliteit van de gesubsidieerde rechtsbijstand te waarborgen. Eiseres voerde aan dat de koppeling tussen punten en gewerkte uren onjuist was en dat de beperking van het aantal toevoegingen negatieve gevolgen had voor haar praktijkvoering. De rechtbank concludeerde echter dat de kwaliteit van de rechtsbijstand voorop staat en dat de 2.000-puntenregeling niet onredelijk was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand bleef. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.