ECLI:NL:RBDHA:2025:14527
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot wedertewerkstelling in kort geding; voorwaarden voor werkhervatting en rol van advocaten
In deze zaak heeft [eiser], werkzaam als medewerker werkvoorbereiding bij Quintall B.V., een vordering ingesteld tot wedertewerkstelling. De werkgever, Quintall, had [eiser] op 1 juli 2025 vrijgesteld van werkzaamheden en verbonden aan zijn werkhervatting de voorwaarde van een gesprek in aanwezigheid van advocaten. [eiser] betwistte deze voorwaarde en vorderde dat hij onvoorwaardelijk tot zijn werkzaamheden moest worden toegelaten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Quintall niet voldoende onderbouwd heeft dat er een redelijke grond was voor de vrijstelling van [eiser]. De voorzieningenrechter oordeelde dat de werkgever niet de mogelijkheid mag onthouden om de overeengekomen arbeid te verrichten zonder een zwaarwegende reden. De voorzieningenrechter heeft beslist dat Quintall [eiser] binnen 24 uur na betekening van het vonnis moet toelaten tot zijn werkzaamheden, zonder de voorwaarde van een gesprek met advocaten. Tevens is Quintall veroordeeld tot betaling van de proceskosten van [eiser].