ECLI:NL:RBDHA:2025:14396
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaren tegen besluiten van het Uwv inzake WIA-uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2025, in de zaak met nummer SGR 24/9345, wordt de ontvankelijkheid van bezwaren van eiseres tegen besluiten van het Uwv inzake haar WIA-uitkering beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van het Uwv, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet duidelijk was tegen welke beslissing zij bezwaar had gemaakt en omdat het bezwaar niet compleet was. De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht heeft gehandeld door het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien eiseres geen gronden voor haar bezwaar had ingediend en niet tijdig op verzoeken van het Uwv had gereageerd.
Daarnaast wordt een tweede besluit van het Uwv besproken, waarin eiseres bezwaar maakte tegen een brief die volgens haar als een besluit moest worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat deze brief geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is, maar slechts een informatieve mededeling. Eiseres had geen bezwaar gemaakt tegen de primaire besluiten II en III, die inmiddels in rechte vaststaan. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat het Uwv terecht de WIA-uitkering heeft geweigerd en dat eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.