Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 oktober 2024, met producties 1 tot en met 25;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties 1 tot en met 5;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het tussenvonnis van 19 februari 2025, waarbij de mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging producties van [partij A] , met producties 26 en 27.
2.De feiten
schuldenaar nalatig is in de nakoming van enig uit deze akte voortvloeiende verplichting;
indien op enig vermogensbestanddeel van schuldenaar door derden executoriaal beslag wordt gelegd;