Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
hierna te noemen: de stiefvader,
1.Het verloop van de procedure
- [de minderjarige] met haar advocaat;
- de moeder;
- de stiefvader;
- [naam 2] en [naam 3] , namens de gecertificeerde instelling;
- gedragswetenschapper [naam 4] , via een telefonische verbinding.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
De moeder en de stiefvader voelen zich onmachtig en overvraagd in de opvoeding van [de minderjarige] en hebben grote zorgen over haar ontwikkeling en veiligheid. Hulpverlening in het vrijwillig kader is onvoldoende toereikend gebleken om de zeer grote zorgen over [de minderjarige] ’s ontwikkeling en veiligheid te verminderen, laat staan weg te nemen. De zorgen over [de minderjarige] zijn er al lange tijd en deze zijn in de afgelopen periode zelfs in aanzienlijke mate toegenomen. Alle betrokkenen zijn het erover eens dat het in het belang van [de minderjarige] is dat er een jeugdbeschermer betrokken raakt die zicht op haar kan houden, die de noodzakelijke hulpverlening voor haar kan inzetten en die er op kan toezien dat deze doorgang vindt.
6.De beslissing
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.