ECLI:NL:RBDHA:2025:13980
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor het kappen van een esdoorn in Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2025, wordt het beroep van eiser tegen de verleende omgevingsvergunning voor het kappen van een esdoorn beoordeeld. De vergunning is verleend door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 30 januari 2024, en het bestreden besluit om de vergunning in stand te houden werd op 22 juli 2024 genomen. Eiser, eigenaar van een appartement in België, heeft bezwaar gemaakt tegen de kapvergunning, stellende dat het belang van de vergunninghouder om de boom te kappen niet opweegt tegen het belang van behoud van de boom. Eiser wijst op de ecologische waarde van de boom en de bijdrage aan het milieu, terwijl de vergunninghouder overlast ervaart van de boom.
De rechtbank heeft op 18 april 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser, de gemachtigde van het college en een groenbeheerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de vergunninghouder procesbelang heeft, omdat de vergunning niet is ingetrokken. De rechtbank stelt vast dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, waardoor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van toepassing blijft. De rechtbank concludeert dat het college bij de verlening van de vergunning een belangenafweging heeft gemaakt, waarbij de groenbeheerder adviseerde dat de boom geen bijzondere waarde heeft en dat de overlast niet kan worden weggenomen door snoeien.
De rechtbank oordeelt dat het college zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat het belang van de vergunninghouder om de boom te kappen zwaarder weegt dan het belang van behoud van de boom. Eiser's argumenten over de gang van zaken op de hoorzitting en de zorgvuldigheid van het besluit worden door de rechtbank verworpen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de verleende kapvergunning in stand blijft.