ECLI:NL:RBDHA:2025:13978
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening asielaanvraag na niet-ontvankelijk verklaring beroep
In deze zaak heeft verzoeker een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 23 april 2025 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld onder zaaknummer NL25.19202 en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 9 juli 2025, waarbij mr. F. Hoppenbrouwer als waarnemer van verzoekers gemachtigde aanwezig was, evenals de gemachtigde van de minister.
De voorzieningenrechter heeft op 9 juli 2025 mondeling uitspraak gedaan en het beroep van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. Aangezien het beroep niet ontvankelijk is verklaard, is er geen noodzaak voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van griffier C.A.A.W. van der Heijden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 juli 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.