Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , V-nummer: [v-nummer] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 4 februari 2025, wordt het beroep van een eiser tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beoordeeld. De minister had op 24 juni 2024 een zwaar inreisverbod van tien jaar opgelegd aan de eiser, die afkomstig is uit Suriname en eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden wegens de smokkel van cocaïne. De rechtbank heeft het beroep op 15 oktober 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat het persoonlijke gedrag van de eiser een actuele bedreiging vormt voor de samenleving. De rechtbank stelt vast dat de minister geen kenbare beoordeling heeft gemaakt van de aard en ernst van het strafbare feit en de actualiteit van het gedrag van de eiser. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek vertoont en verklaart het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank de minister tot betaling van proceskosten aan de eiser, vastgesteld op € 1.814,-.