ECLI:NL:RBDHA:2025:1394
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter na einduitspraak in hoofdzaak
Op 30 januari 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker, die niet-ontvankelijk werd verklaard. Het wrakingsverzoek volgde op een einduitspraak in de hoofdzaak, waarin de verzoeker in het ongelijk was gesteld. De procedure begon met een mondelinge behandeling op 21 januari 2025, waarna de rechter direct uitspraak deed. De verzoeker heeft op 22 januari 2025 de wraking ingediend, maar de wet staat geen wraking toe na een einduitspraak. De wrakingskamer oordeelde dat er geen reden was voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting, aangezien de wetgever het recht op een mondelinge behandeling heeft bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, wat in dit geval niet aan de orde was. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.