ECLI:NL:RBDHA:2025:13855
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis kort geding inzake vakantie pleegouders en omgangsregeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering (LJ&R) over de omgangsregeling met haar kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder vorderde dat LJ&R zou worden veroordeeld tot naleving van de omgangsregeling tijdens de zomervakantie, waarbij de kinderen bij de pleegouders verblijven. De moeder stelde dat het belangrijk was om contact te houden met de kinderen, vooral gezien de aanstaande gezinsopname. LJ&R voerde aan dat het in het belang van de kinderen was om met de pleegouders op vakantie te gaan en dat extra omgangsmomenten niet haalbaar waren.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de moeder een spoedeisend belang had bij haar vordering, maar besloot dat de geplande vakantie van de pleegouders gerespecteerd moest worden. De rechter wees de primaire vordering van de moeder af, maar oordeelde dat er wel compensatie moest komen voor de gemiste omgang tijdens de vakantie. De voorzieningenrechter bepaalde dat er in de zomervakantie 2025 twee inhaalmomenten van acht uur moesten plaatsvinden, waarbij de kinderen begeleid contact hebben met hun ouders. De data van deze inhaalmomenten worden vastgesteld onder regie van LJ&R in samenspraak met de betrokken instelling. De overige vorderingen van de moeder werden afgewezen.