ECLI:NL:RBDHA:2025:13786

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
28 juli 2025
Zaaknummer
C/09/687692 / FA RK 25-4892
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing schorsingsverzoek tot toedienen van medicatie in het kader van verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 8 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot schorsing van het toedienen van medicatie aan een verzoekster, die onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) valt. De verzoekster, geboren in 1966, heeft verzocht om schorsing van het besluit tot het verplicht toedienen van medicatie, omdat zij van mening is dat zij niet ziek is en dat de medicatie niet consistent is. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift, de bijlagen en de standpunten van de betrokken partijen, waaronder de psychiater en de arts die betrokken zijn bij de zorg voor de verzoekster.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster eerder een zorgmachtiging heeft gekregen en dat de klachtencommissie haar eerdere klachten ongegrond heeft verklaard. De psychiater heeft verklaard dat het niet toedienen van medicatie gevaarlijk kan zijn voor de verzoekster, omdat dit kan leiden tot ernstige nadelige gevolgen voor haar geestelijke gezondheid. De rechtbank heeft in haar beoordeling de terughoudende toets toegepast en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het besluit tot toedienen van medicatie te schorsen. Het verzoek om schorsing is afgewezen, omdat het schorsen van de medicatie de behandeling zou doorkruisen en de continuïteit van zorg zou verstoren.

De beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige Kamer
Zaak-/rekestnummer: C/09/687692 / FA RK 25-4892
Datum beschikking: 8 juli 2025
Verzoek tot schorsing ex artikel 10:9 lid 1 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Beschikking op het op 1 juli 2025 ingediende verzoekschrift van:

[verzoekster] ,

hierna te noemen: verzoekster,
geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] , [geboorteland] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [instelling] , afdeling [afdeling] , te [plaats] ,
advocaat: mr. H. Gailjaard te Den Haag,
Als belanghebbende wordt aangemerkt: de zorgaanbieder [belanghebbende] .

Feiten en procesverloop

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen.
Aan verzoekster wordt door zorgaanbieder [belanghebbende] verplichte zorg verleend krachtens een door deze rechtbank verleende zorgmachtiging van 17 april 2025 geldend uiterlijk tot en met 17 oktober 2025.
Verzoekster heeft bij brief van 30 mei 2025 bij de klachtencommissie een klacht ingediend tegen de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg in de vorm van toediening van medicatie, beperken van de bewegingsvrijheid en opname in de accommodatie als bedoeld in art. 10:3 Wvggz.
De klachtencommissie heeft op 13 juni 2025 de klachten ongegrond verklaard. Deze beslissing heeft de klachtencommissie op schrift op 13 juni 2025 aan verzoekster toegezonden.
Verzoekster heeft verzocht de door haar ingediende klacht alsnog gegrond te verklaren, alsmede de beslissing tot toediening van medicatie op grond van artikel 10:9, eerste lid, Wvggz, te schorsen.
Op 8 juli 2025 is het verzoek tot schorsing ter zitting van deze rechtbank behandeld. Daarbij zijn gehoord:
- verzoekster, bijgestaan door haar advocaat en een tolk Engels;
- de psychiater, de heer [naam 1] ;
- de arts, mevrouw [naam 2] .

Standpunten partijen

Verzoekster stelt zich op het standpunt dat zij op basis van leugens opgenomen is en medicatie krijgt. De diagnose is gesteld met informatie van mensen die wel stellen familie te zijn maar dat feitelijk niet zijn. Verzoekster vindt dat zij niet ziek is. Zij heeft voor de opname zelfstandig in een studio gewoond en zij is ook niet eerder opgenomen geweest in een kliniek. Verzoekster moet nu medicatie nemen waarmee zij nooit heeft ingestemd. Volgens verzoekster is de medicatie ook niet consistent. Zij krijgt steeds andere kleuren pillen die zij moet innemen.
De psychiater heeft verklaard dat een onbehandelde psychose gevaarlijk is voor het brein. Als een psychose niet met medicatie wordt behandeld dan kan er schade ontstaan, zal de verdere behandeling moeizamer verlopen en wordt het lastiger om toekomstige medicatie aan te laten slaan. Verzoekster is de afgelopen 30 jaar niet behandeld, zij heeft zich onttrokken aan de zorg en haar familie. Verzoekster is kort opgenomen in Londen maar zij is daar gestopt met de behandeling en medicatie. De behandeling van de psychose gaat bij verzoekster moeizaam. Er wordt nog zeer weinig effect gezien van de medicatie.
De arts heeft verklaard dat verzoekster Haloparidol toegediend krijgt, omdat Olanzapine niet aanslaat. Vermoedelijk slikte verzoekster eerst de medicatie niet door. Zij neemt de medicatie nu onder toezicht in waarna haar mond wordt gecontroleerd. Verzoekster krijgt nog twee weken medicatie. Daarna wordt besloten of de medicatie voldoende effect heeft.

Beoordeling

Op grond van het bepaalde in artikel 10:9 lid 1 Wvggz kan de rechtbank de beslissing waartegen de klacht is gericht, schorsen. De rechtbank hanteert daarbij een terughoudende toets. De rechtbank stelt voorop dat op grond van artikel 3:2, lid 2 sub a Wvggz de basisvoorwaarde voor dwangbehandeling is dat het gedrag van verzoekster als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Wat betreft de psychische stoornis en het daaruit voortvloeiend ernstig nadeel verwijst de rechtbank naar de beschikking van de rechtbank van 17 april 2025, waarbij ten aanzien van verzoekster een zorgmachtiging is afgegeven.
In dit geval ziet de rechtbank geen aanleiding om het besluit tot toedienen van medicatie te schorsen in afwachting van de beslissing van de rechtbank over de klacht van verzoekster. De psychiater heeft toegelicht dat de kans op nadelige effecten groot is als de medicatie wordt gestopt. Hij heeft toegelicht dat het stoppen met medicatie drie nadelige gevolgen kan hebben: de behandeling van de psychose gaat moeilijker, op lange termijn ontstaat er meer hersenschade en het wordt lastiger in de toekomst om medicatie aan te laten slaan. Het schorsen van het besluit tot het verplicht toedienen van de medicatie zal de behandeling doorkruisen en de continuïteit van zorg verstoren. Het verzoek om de toediening van medicatie te schorsen zal daarom worden afgewezen.

Beslissing:

De rechtbank:
wijst af het verzoek tot schorsing van de toepassing van verplichte zorg in de vorm van het toedienen van medicatie.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, rechter, bijgestaan door S.N. Maas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 8 juli 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 juli 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.