ECLI:NL:RBDHA:2025:13457

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
WB 25/10137
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met onbevoegdverklaring rechtbank

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die op 9 april 2025 een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'arbeid als zelfstandige' heeft ingediend. Deze aanvraag is door de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, afgewezen. Verzoeker heeft op 1 mei 2025 bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de overwegingen van de uitspraak wordt ingegaan op het connexiteitsvereiste zoals neergelegd in artikel 8:81 van de Awb. Dit vereiste houdt in dat een verzoek om een voorlopige voorziening alleen kan worden gedaan zolang er bezwaar of beroep aanhangig is.

In deze zaak is het verzoek om een voorlopige voorziening ingediend samen met een beroep met zaaknummer AWB 25/10136. De rechtbank heeft zich echter in die zaak onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen. Hierdoor is niet langer voldaan aan het connexiteitsvereiste, wat leidt tot de conclusie dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk is. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 25/10137

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: [gemachtigde]),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 9 april 2025 (het primaire besluit) heeft verweerder verzoekers aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder beperking 'arbeid als zelfstandige' afgewezen.
Verzoeker heeft op 1 mei 2025 bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Hij heeft daarnaast de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81 van de Awb kan een voorlopige voorziening alleen worden verzocht zolang er bezwaar of beroep aanhangig is (connexiteitsvereiste).
2. Het verzoek is ingediend samen met het beroep met zaaknummer AWB 25/10136. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 25/10136, heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van het beroep kennis te nemen. Nu niet langer wordt voldaan aan het in artikel 8:81 van de Awb neergelegde connexiteitsvereiste, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk is.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 18 juli 2025 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.