ECLI:NL:RBDHA:2025:13442

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
NL25.18289
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf als familie- of gezinslid

Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het verblijfsdoel 'Verblijf als familie-of gezinslid' bij haar dochter, de referent. Eiseres is het niet eens met de afwijzing van de aanvraag en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 15 juli 2025 de zaak behandeld. De minister heeft de aanvraag afgewezen op basis van het ontbreken van gezinsleven in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft afgewezen, omdat er geen bijkomende elementen van afhankelijkheid zijn aangetoond die de gebruikelijke emotionele banden overstijgen. Eiseres heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om gehoord te worden en heeft niet onderbouwd dat zij financieel afhankelijk is van de referent. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een beschermenswaardig gezinsleven en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.18289

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. A. Khalaf),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. C.R. Staute).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het verblijfsdoel "Verblijf als familie-of gezinslid" bij haar dochter [naam1] (referent). Eiseres is het niet eens met de afwijzing van de aanvraag. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de aanvraag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de minister de aanvraag heeft kunnen afwijzen omdat er tussen eiseres en referent geen sprake is van gezinsleven in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Eiseres krijgt dus geen gelijk en het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiseres heeft een mvv-aanvraag ingediend voor verblijf bij haar dochter. De minister heeft deze aanvraag met het besluit van 6 juni 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 20 maart 2025 op het bezwaar van eiseres is de minister bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
2.3.
De rechtbank heeft het beroep op 15 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: referente, de gemachtigde van eiseres, een tolk en de gemachtigde van de minister.
Beoordeling door de rechtbank
Heeft de minister eiseres ten onrechte niet gehoord?3. Eiseres stelt dat zij ten onrechte niet is gehoord door de minister. De aanvraag is gebaseerd op artikel 8 van het EVRM. Daarbij zijn de persoonlijke omstandigheden van eiseres van groot belang en had het op de weg van de minister gelegen om haar te horen. De gemachtigde van eiseres is weliswaar in de gelegenheid gesteld om eiseres te laten horen en aanvullende stukken te versturen, echter is dit door een miscommunicatie niet gebeurd. Dit kan eiseres echter niet worden tegengeworpen.
4. De rechtbank overweegt als volgt. Op 15 januari 2025 heeft de minister de gemachtigde van eiseres verzocht om aanvullende stukken te overleggen en is de gemachtigde van eiseres er ook op gewezen dat eiseres het recht heeft om gehoord te worden. De gemachtigde van eiseres is verzocht om uiterlijk 30 januari 2025 de stukken te overleggen en te reageren op de vraag of eiseres een hoorzitting wil. In de e-mail is ook aangegeven dat, indien er niet op uiterlijk 30 januari 2025 wordt gereageerd, de minister ervan uitgaat dat eiseres afziet van het recht gehoord te worden. De minister heeft hierop geen reactie ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister eiseres hiermee voldoende de mogelijkheid geboden om te worden gehoord en aanvullende stukken te overleggen. Hier heeft eiseres geen gebruik van gemaakt. De stelling van eiseres dat sprake was van miscommunicatie is niet nader onderbouwd, zodat het de rechtbank onduidelijk is gebleven wat de miscommunicatie inhoudt. De rechtbank volgt eiseres verder niet in haar standpunt dat een eventuele miscommunicatie niet aan haar kan worden toegerekend.
Dat het van groot belang is dat er wordt gehoord in zaken waar het om het familieleven gaat nu de feitelijke situatie hierbij van groot belang is, leidt evenmin tot een ander oordeel. Eiseres is immers de gelegenheid geboden om gebruik te maken van een hoorzitting. Hiervan heeft eiseres echter geen gebruik gemaakt.
Is sprake van bijkomende elementen van afhankelijkheid tussen eiseres en referent?
5. Eiseres stelt dat op basis van het Europees recht sprake is van familieleven. Er moet worden ingegaan op de daadwerkelijk bestaande persoonlijke banden tussen referent en eiseres. Referent en haar kinderen hebben geregeld contact met eiseres, zoveel contact dat eiseres afhankelijk is geworden van referent. Er is dan ook sprake van daadwerkelijke bestaande persoonlijke banden met referent door eerder samenwonen en veelvuldig contact. De emotionele afhankelijkheid van eiseres van referent is erg sterk geworden sinds het overlijden van de echtgenoot van eiseres. Eiseres is verder bijna helemaal alleen in Syrië. De emotionele afhankelijkheidsrelatie is ten onrechte niet meegenomen in de beoordeling. Dat eiseres het contact met haar kleinkinderen digitaal zou kunnen voortzetten, is onder de menselijke maat. Dat eiseres sterke banden heeft met Syrië, laat onverlet dat zij veel sterkere banden heeft met referent en haar gezin. Eiseres voert verder aan dat haar medische omstandigheden met objectieve documenten zijn onderbouwd. Eiseres is bijna 82 jaar oud. Dit is een zwaarwegende omstandigheid in haar gezondheid. Haar leeftijd in combinatie met de objectief bewezen gezondheidsproblemen creëren moeilijke leefomstandigheden voor eiseres. Referent kan en wil haar moeder deze hulp bieden. Eiseres stelt verder dat zij financieel afhankelijk is van referent. Het enkel stellen dat referent deze financiële steun ook op afstand kan bieden, is een oneigenlijke uitwerking van het beleid van de minister. Eiseres stelt tot slot dat zij het meeste contact heeft met haar moeder. Zij zal dus niet met haar andere dochter samenwonen, ondanks dat dit gebruikelijk is in Syrië.
6. Uit vaste rechtspraak van het EHRM [1] volgt dat pas kan worden gesproken van een door artikel 8 van het EVRM beschermd gezinsleden tussen ouders en hun meerderjarige kinderen als sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie. Er moet sprake zijn van bijkomende elementen van afhankelijkheid. Uit de rechtspraak volgt ook dat de vraag of sprake is van een beschermd gezinsleven van feitelijke aard is en afhankelijk is van het daadwerkelijk bestaan van hechte, persoonlijke banden. Hierbij kan bijvoorbeeld van belang zijn of de familieleden hebben samengewoond, de mate van emotionele afhankelijkheid, de mate van financiële afhankelijkheid, de medische omstandigheden en de banden van het land van herkomst.
7. De rechtbank is van oordeel dat de minister terecht heeft overwogen dat niet is gebleken van bijkomende elementen van afhankelijkheid tussen eiseres en referent die de gebruikelijke emotionele banden overstijgen. Daarbij is van belang dat referent op 8 augustus 2015 Syrië heeft verlaten en zij na deze periode niet meer heeft samengewoond met eiseres. Daarnaast zijn de emotionele banden in de vorm van regelmatig contact en steun gebruikelijk binnen een moeder-dochterrelatie. Datzelfde geldt voor de kleinkinderen. De minister heeft verder terecht opgemerkt dat de kleinzoon van eiseres ten tijde van de aanvraag meerderjarig was en dat het criterium van hechte persoonlijke banden om die reden niet van toepassing is. De rechtbank stelt verder vast dat eiseres medische stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat zij medische klachten heeft. De minister heeft terecht overwogen dat uit de overgelegde stukken niet blijkt dat eiseres niet zelfstandig kan functioneren en zij afhankelijk is van de hulp van referent. De stelling van referent op zitting dat zij eiseres belt om ervoor te zorgen dat eiseres haar medicatie op tijd inneemt en op tijd eet, maakt dit niet anders. Hieruit blijkt immers evenmin dat eiseres daadwerkelijk afhankelijk is van referent. Ook heeft de minister terecht overwogen dat eiseres niet heeft onderbouwd dat zij financieel afhankelijk is van referent. In beroep heeft eiseres een niet vertaald stuk overgelegd waaruit zou blijken dat referent eiseres financieel ondersteunt. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres toegelicht dat het een overschrijving van Western Union naar een Syrische bank betreft. Het bedrag zou naar een familievriend zijn overgemaakt, die het geld vervolgens weer aan eiseres zou hebben gegeven. De rechtbank is met de minister van oordeel dat uit deze overboeking, voor zover van de ter zitting gegeven vertaling kan worden uitgegaan, niet blijkt dat eiseres financieel afhankelijk is van referent. Het betreft immers een enkele overboeking. Dat het voorheen niet mogelijk was om op deze wijze over te boeken en geldbedragen via via bij eiseres terecht kwamen, maakt het voorgaande niet anders. Niet is gebleken dat eiseres andere stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat referent structureel geld overmaakt en dat eiseres financieel afhankelijk is van referent. De rechtbank volgt de minister tot slot in het standpunt dat niet aannemelijk is geworden dat eiseres geen hulp kan krijgen van anderen in haar omgeving. Eiseres heeft altijd in Syrië gewoond en om deze reden is het waarschijnlijk dat daar overige familieleden of vrienden of anderen zijn die kunnen helpen als dat nodig is. Door eiseres is niet onderbouwd waarom zij geen beroep kan doen op hulp van andere familieleden of haar omgeving in Syrië.
8. Gelet op het voorgaande heeft de minister voldoende gemotiveerd dat geen sprake is van bijkomende elementen van afhankelijkheid die de gebruikelijke band tussen eiseres en referent overstijgt. De minister heeft daarom terecht overwogen dat er tussen eiseres en referent geen sprake is van beschermenswaardig gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM.

Conclusie en gevolgen

9. Gelet op het voorgaande heeft de minister terecht geoordeeld dat geen sprake is van familie- of gezinsleven tussen eiseres en referent op grond van artikel 8 van het EVRM, zodat de gevraagde mvv terecht is geweigerd.
10. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Tesfai, rechter, in aanwezigheid van A.P. Kuiters, griffier en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Europees Hof voor de Rechten van de Mens