ECLI:NL:RBDHA:2025:1331
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Noorwegen
Op 4 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL25.821, waarin de voorzieningenrechter, mr. A.G.D. Overmars, een verzoek om een voorlopige voorziening heeft afgewezen. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie had op 7 januari 2025 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Noorwegen verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld onder zaaknummer NL25.820 en heeft tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de uitspraak op het beroep, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek is daarom afgewezen als kennelijk ongegrond. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht.