Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[gedaagde 1] , te [woonplaats] ,2. [gedaagde 2] , te [woonplaats] ,
1.Samenvatting
2.Procesverloop
- de dagvaarding van 2 september 2024, met producties 1 tot en met 16;
- de conclusie van antwoord van 23 oktober 2024, met producties 1 tot en met 4.
3.De feiten
4.Het geschil
- [gedaagden] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de makelaar van € 39.488,35 (incl. btw), vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 10 augustus 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
- [gedaagden] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 1.169,88 aan buitengerechtelijke kosten en de (na)kosten.
5.De beoordeling
de verkoop van de vrijstaande villa’, dat hij daarvoor een courtage in rekening zal brengen van 1% van de koopsom (exclusief 21% BTW) en dat de makelaar de courtage voor de datum van levering zal doorgeven aan de notaris, die de kosten verrekent bij het passeren van de akte. Deze afspraak is vervangen door de nadien gemaakte – en door de makelaar geredigeerde – afspraak dat niet [gedaagden] c.s. maar de kopers de courtage van 1,5% van de koopsom aan de makelaar zouden betalen, waarbij de kopers de notaris de opdracht zouden geven om het bedrag van de courtage ‘
onmiddellijk na de levering van het gekochte’ aan de makelaar te voldoen. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank het recht op loon (courtage) afhankelijk gesteld van de uitvoering van de bemiddelde overeenkomst.