Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de vaststelling van geboortegegevens van een verzoekster die in het Verenigd Koninkrijk woont. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.G.J. van Kerkhof, heeft verzocht om de noodzakelijke gegevens voor het opmaken van haar geboorteakte vast te stellen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het verzoekschrift en correspondentie van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster, geboren op [geboortedatum 2] 1977, geen geregistreerde geboorteakte heeft in Nederland en dat haar geboortedatum op haar Nederlandse paspoort niet correct is. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende aanknopingspunten zijn om het verzoek te behandelen, gezien de Nederlandse nationaliteit van verzoekster en de omstandigheden waaronder zij naar Nederland is gevlucht. De rechtbank heeft besloten om de geboortedatum van verzoekster vast te stellen op 1 juli 1977, ondanks dat dit niet overeenkomt met de eerder geregistreerde datum. De rechtbank heeft het verzoek tot uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de beschikking afgewezen, maar heeft de overige verzoeken tot vaststelling van de geboortegegevens toegewezen. De beschikking is uitgesproken door mr. A.M.M. Vingerling, rechter, en mr. R.P. Bas als griffier.