ECLI:NL:RBDHA:2025:12797

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
16 juli 2025
Zaaknummer
C/09/665315 / FA RK 24-3013
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling en gezag in een echtscheidingszaak met minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2025 een beschikking gegeven in een echtscheidingszaak waarbij de zorgregeling voor twee minderjarige kinderen werd gewijzigd. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Abd Rabou, had een verzoek ingediend om de zorgregeling aan te passen en het gezamenlijk gezag te beëindigen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Bredius, heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vader. Tijdens de zitting op 15 mei 2025 hebben beide ouders overeenstemming bereikt over de zorgregeling, waarbij de kinderen na de eerste twaalf contactmomenten bij de moeder verblijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders in onderling overleg de vakanties en feestdagen zullen verdelen, conform het ouderschapsplan. De rechtbank heeft de wijziging van de zorgregeling goedgekeurd, in het belang van de kinderen, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De rechtbank heeft ook de informatieregeling tussen de ouders besproken, waarbij de moeder haar verzoek tot vastlegging heeft ingetrokken. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. C. Witteman, bijgestaan door griffier mr. S.A.L. Niemantsverdriet.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 24-3013
Zaaknummer: C/09/665315
Datum beschikking: 12 juni 2025

Gezag en zorgregeling

Beschikking op het op 25 april 2024 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. D. Abd Rabou in ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Bredius in Gorinchem.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het F9-formulier van 13 mei 2024, met bijlagen, van de zijde van de vader.
  • het F9-formulier van 25 november 2024, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
  • het verweerschrift, tevens houdende zelfstandige verzoeken;
  • het F9-formulier van 12 mei 2025, met bijlagen, inhoudende een gewijzigd verzoek, van de zijde van de vader.
De kinderen hebben zich in raadkamer uitgelaten over het verzoek.
Op 15 mei 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader met zijn advocaat en tolk A. Polak;
  • de moeder met haar advocaat en tolk N. Cichos.
  • [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.

Feiten

  • Partijen zijn gehuwd op [dag] 2017 in [plaats] , Polen.
  • Het huwelijk van partijen is ontbonden op 2 maart 2018 door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 20 februari 2018 in de registers van de burgerlijke stand.
  • Zij zijn de ouders van de volgende nog minderjarige kinderen:
  • [minderjarige 1] ( [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedag 1] 2014 in [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2] ( [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedag 2] 2017 in [geboorteplaats 2] ;
  • De vader heeft de kinderen erkend.
  • De kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de vader.
  • De ouders zijn gezamenlijk met het ouderlijk gezag over de kinderen belast, ingevolge aantekeningen in het gezagsregister van 28 januari 2015 en 21 februari 2017.
  • Bij beschikking van deze rechtbank van 20 februari 2018 is de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken en is bepaald dat het door hen ondertekende echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan deel uitmaakt van de beschikking.
  • In het ouderschapsplan is – voor zover hier van belang – een zorgregeling overeengekomen waarbij de kinderen bij de moeder verblijven:
  • om de week van vrijdag 18.00 uur tot zondag 19.00 uur;
  • twee doordeweekse dagen, waarover de ouders in onderling overleg afspraken maken;
  • de helft van alle vakanties en feestdagen.
- De ouders hebben beiden in ieder geval de Poolse nationaliteit.

Verzoek en verweer

De vader verzoekt de rechtbank thans:
  • het gezamenlijk gezag te beëindigen en de vader te belasten met het eenhoofdig gezag over de kinderen;
  • een zorgregeling tussen de moeder en de kinderen vast te stellen als de volgt:
  • de eerste vier keer: om het weekend op zaterdag van 12.30 uur tot zondag 19.00 uur;
  • de daaropvolgende vier keer: om het weekend op zaterdag en zondag van 12.30 uur tot 19.00 uur, zonder overnachting;
  • de daaropvolgende vier keer: om het weekend van zaterdag 12.30 uur tot zondag 17.00 uur, met overnachting;
  • vervolgens: om het weekend van vrijdag 17.00 uur tot zondag 17.00 uur;
- te bepalen dat de vakanties en feestdagen in onderling overleg zullen worden verdeeld,
voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
De moeder heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Daarnaast verzoekt zij zelfstandig:
- de zorgregeling zoals in het ouderschapsplan te wijzigen, in die zin dat er tussen de moeder en de kinderen contact plaatsvindt als volgt:
  • gedurende de eerste vier weken: iedere zaterdag dan wel zondag, bij de moeder thuis;
  • de acht daaropvolgende weken: ieder weekend een dag met overnachting,
waarna de regeling vervolgens zal zijn conform het ouderschapsplan;
- dat de vader op de eerste van iedere maand de moeder op de hoogte stelt omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de kinderen en haar daarover te raadplegen en te consulteren en daarbij een goedgelijkende foto van de kinderen meestuurt,
voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek.
Gezag
Op de zitting heeft de vader zijn verzoek om hem voortaan alleen met het gezag over de kinderen te belasten ingetrokken, zodat de rechtbank daarop geen beslissing meer hoeft te nemen.
Zorgregeling
Op de zitting is gebleken dat de ouders overeenstemming hebben bereikt over de zorgregeling tussen de moeder en de kinderen. De moeder is akkoord met het (gewijzigde) verzoek van de vader, waarbij de ouders in onderling overleg een aanpassing hebben gemaakt, inhoudende dat de kinderen – na de eerste twaalf contactmomenten – vanaf zaterdag 12.00 uur bij de moeder zijn, in plaats van vanaf vrijdag 17.00 uur. Wat betreft de vakanties en de feestdagen wordt de regeling in het ouderschapsplan aangehouden, inhoudende dat de ouders in onderling overleg zullen bespreken hoe ze deze gaan verdelen. De rechtbank zal conform de overeenstemming tussen de ouders beslissen, ook omdat de rechtbank deze regeling in het belang van de kinderen acht.
Informatieregeling
De ouders hebben op de zitting afgesproken dat zij in onderling overleg een informatieregeling zullen vormgeven. De moeder heeft vervolgens haar verzoek tot het vastleggen van een informatieregeling ingetrokken, zodat de rechtbank daarop geen beslissing meer hoeft te nemen.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de beschikking van deze rechtbank van 20 februari 2018 met het daarvan deel uitmakende convenant met ouderschapsplan –:
bepaalt dat de kinderen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2014 in [geboorteplaats 1] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2017 in [geboorteplaats 2] ,
als volgt bij de moeder zullen zijn:
  • de eerste vier keer: om het weekend op zaterdag van 12.30 uur tot zondag 19.00 uur;
  • de daaropvolgende vier keer: om het weekend op zaterdag en zondag van 12.30 uur tot 19.00 uur, zonder overnachting;
  • de daaropvolgende vier keer: om het weekend van zaterdag 12.30 uur tot zondag 17.00 uur, met overnachting;
  • vervolgens: om het weekend van zaterdag 12.00 uur tot zondag 17.00 uur;
en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. Witteman, kinderrechter, bijgestaan door mr. S.A.L. Niemantsverdriet als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2025.