ECLI:NL:RBDHA:2025:12653

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
C/09/635754 / FA RK 22-6389
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van echtscheiding en nevenverzoeken wegens gebrek aan informatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2025 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure met nevenvoorzieningen. Het verzoek tot echtscheiding is ingediend door de man, die in Zuid-Afrika woont, en de vrouw, die in het Verenigd Koninkrijk woont. De rechtbank heeft eerder tussenbeschikkingen gegeven op 11 januari 2024 en 28 januari 2025, waarin partijen zijn opgedragen om bepaalde stukken en informatie aan te leveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet heeft voldaan aan de eisen die in de tussenbeschikking van 28 januari 2025 zijn gesteld, omdat hij geen advocaat heeft ingeschakeld en de gevraagde stukken niet heeft ingediend. Hierdoor ontbrak er te veel informatie om een deugdelijke beslissing te kunnen nemen. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek tot echtscheiding en alle nevenverzoeken af te wijzen. De proceskosten worden gecompenseerd, gezien de familierechtelijke aard van de procedure. De beschikking is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummers: FA RK 22-6389 (echtscheiding) en FA RK 23-4556 (verdeling)
Zaaknummers: C/09/635754 (echtscheiding) en C/09/649723 (verdeling)
Datum beschikking: 25 juni 2025

Echtscheiding met nevenvoorzieningen

Beschikking op het op 14 september 2022 ingekomen verzoek van:

[de man] ,

de man,
wonende op een voor de rechtbank bekend adres in Zuid-Afrika,
advocaat: voorheen mr. S.L.A. Verburgt te Den Haag, thans zonder advocaat.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende op een voor de rechtbank bekend adres in het Verenigd Koninkrijk,
advocaat: mr. C.L.M. Smeets te Amsterdam.

Procedure

Bij beschikking van 28 januari 2025 van deze rechtbank is bepaald dat partijen de stukken die in de beschikking van 11 januari 2024 zijn genoemd – voor zover nog niet ingediend – uiterlijk op 1 mei 2025 aan de rechtbank dienen over te leggen. Iedere verdere beslissing over de echtscheiding, de kinderalimentatie, de partneralimentatie, de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk, waaronder het overleggen van stukken en het opleggen van een dwangsom, en de proceskosten is aangehouden.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
  • het bericht van 1 mei 2025 van de vrouw;
  • de brief van 1 mei 2025 van de man;
  • het bericht van 15 mei 2025 van de vrouw.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft alles wat in de vorige beschikkingen is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Echtscheiding en nevenverzoeken
De rechtbank heeft partijen in de tussenbeschikking van 28 januari 2025 nog een laatste termijn gegeven om de informatie en stukken zoals is bepaald in de tussenbeschikking van 11 januari 2024 volledig in het geding te brengen. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij uitsluitend door middel van een advocaat schriftelijk kunnen reageren en dat de rechtbank in ieder geval geen acht zal slaan op nadere schriftelijke standpunten als deze niet via een advocaat bij de rechtbank worden ingediend. De man heeft op 1 mei 2025 (per e-mail) een brief gestuurd naar de rechtbank. Deze brief is niet door een advocaat ingediend en de door de rechtbank gevraagde stukken zijn niet aangeleverd. De man heeft hiermee dus niet voldaan aan datgene wat de rechtbank hem heeft opgedragen. De rechtbank heeft in de tussenbeschikking van 28 januari 2025 al overwogen dat zij aanleiding ziet om zowel het verzoek tot echtscheiding als de nevenverzoeken af te wijzen, omdat te veel informatie ontbreekt om een deugdelijke beslissing te kunnen nemen. De door de rechtbank gevraagde stukken en informatie is, ondanks een extra termijn, niet volledig aangeleverd. Dit betekent dat de rechtbank het verzoek tot echtscheiding en alle nevenverzoeken zal afwijzen.
Proceskosten
Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren als hierna vermeld.

Beslissing

De rechtbank:
*
wijst het verzoek tot echtscheiding en de nevenverzoeken af;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.C. Olland, A.M. van der Vliet en P. van der Zanden, rechters, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. M. Verkerk als griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 25 juni 2025.