Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.De bewijsbeslissing
4.De vordering van de benadeelde partij
€ 750,- aan immateriële schadevergoeding heeft toegewezen.
Rechtbank Den Haag
Op 15 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2001, die werd beschuldigd van poging tot moord en bedreiging. De zaak kwam voort uit een schietincident op 12 oktober 2024, waarbij de verdachte zou hebben bijgedragen aan een gewelddadige actie tegen de woning van een benadeelde partij. Tijdens de zittingen op 30 januari, 30 april en 1 juli 2025 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder zijn betaling van een Tikkie aan een medeverdachte, die vervolgens betrokken was bij het schietincident. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 20 maanden, terwijl de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat de rol van de verdachte niet voldoende was om medeplichtigheid te kunnen vaststellen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten en sprak de verdachte integraal vrij. Tevens werden de vorderingen van de benadeelde partijen afgewezen, omdat de verdachte van de feiten was vrijgesproken. De rechtbank gelastte de teruggave van een in beslag genomen iPhone aan de verdachte.