ECLI:NL:RBDHA:2025:12628

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
NL25.18343
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft eiseres op 18 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 29 december 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie, als verweerder, heeft op 23 juni 2025 alsnog op de asielaanvraag beslist. Eiseres heeft op 26 juni 2025 via haar gemachtigde laten weten dat zij het beroep handhaaft, ondanks de beslissing van de minister. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat de verweerder inwilligend heeft beslist op de asielaanvraag, waardoor eiseres geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Desondanks heeft de rechtbank zich beperkt tot een uitspraak over de proceskostenvergoeding. De rechtbank oordeelt dat, ook al is het beroep niet-ontvankelijk, er aanleiding is om verweerder te veroordelen in de proceskosten van eiseres, omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen.

De proceskosten zijn vastgesteld op € 453,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft de beslissing als volgt geformuleerd: het beroep is niet-ontvankelijk verklaard en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.18343

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.P.J.W.M. Govers),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 18 april 2025 beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 29 december 2022.
Op 23 juni 2025 is alsnog op de asielaanvraag van eiseres beslist.
Bij bericht van 26 juni 2025 heeft de gemachtigde van eiseres meegedeeld dat het beroep wordt gehandhaafd.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Verweerder heeft inwilligend beslist op de asielaanvraag van eiseres. Nu hiermee tegemoet is gekomen aan het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit, heeft eiseres in zoverre geen procesbelang meer. Het beroep is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.
4. Het oordeel van de rechtbank beperkt zich tot een uitspraak over de proceskostenvergoeding. Ook wanneer een beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, is een proceskostenveroordeling mogelijk. Dit is in het bijzonder het geval als het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepsschrift is tegemoetgekomen. Gelet op wat hiervoor is overwogen, doet deze situatie zich hier voor.
5. Omdat eiseres vanwege het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag beroep heeft kunnen instellen, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 453,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50 (vierhonderddrieënvijftig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan op 14 juli 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.