ECLI:NL:RBDHA:2025:12626

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 juni 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
C/09/686785 / FA RK 25-4417
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juni 2025 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1982, die momenteel verblijft in een GGZ-accommodatie. De officier van justitie had op 16 juni 2025 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 15 juni 2025 was genomen. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, die bijgestaan werd door zijn advocaat, mr. B.F. van Es. De arts-assistent en coassistent waren ook aanwezig om hun bevindingen te delen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene heeft suïcidale gedachten geuit en heeft in het verleden een zelfmoordpoging gedaan, wat in verband staat met zijn drugsgebruik. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De rechtbank verleent daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken, tot en met 10 juli 2025. De rechtbank wijst het meer of anders verzochte af, en benadrukt dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is.

De beschikking is gegeven door rechter A.M.M. Vingerling, bijgestaan door griffier P.S.R. Nieman, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/686785 / FA RK 25-4417
Datum beschikking: 19 juni 2025

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 16 juni 2025 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie GGZ [accommodatie] , afdeling [afdeling] , te [plaats] ,
advocaat: mr. B.F. van Es te Den Haag.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 15 juni 2025 genomen crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leiden tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 15 juni 2025 ondertekende medische verklaring van D.C.R. van Zelst, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij de behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 juni 2025. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de arts-assistent, [naam 1] ;
- de coassistent, [naam 2] .
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was omd tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting verzocht om het verzoek van voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De behandeling kan worden voortgezet op vrijwillige basis. Betrokkene herkent zich in het verhaal van de arts en erkent zijn verslaving. Hij wil geholpen worden en ziet zijn verslaving als een groot probleem.
De arts-assistent heeft naar voren gebracht dat betrokkene op vrijwillige basis is opgenomen in de accommodatie, met een toename van angstklachten en het gebruik van drugs. Echter heeft betrokkene een ontslagwens geuit. Hij ervaart angst voor impulsieve suïcidepogingen, waar hij in het verleden geen controle over had. Eerder heeft hij al een zelfmoordpoging gedaan waarbij hij hersenletsel opliep. Dit staat in verband met zijn drugsgebruik. Bij het gebruik van middelen hoort betrokkene stemmen. Onlangs is hij van de afdeling weggelopen en heeft toen drugs gebruikt. Tot op heden is het niet gelukt om de stemmen effectief te behandelen. Ook is er een plek geïndiceerd bij een andere afdeling voor verdere diagnostiek en behandeling.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene heeft zich suïcidaal geuit. Eerder heeft hij een suïcidepoging gedaan waarbij hersenletsel is opgetreden. Dit heeft verband met het middelengebruik van betrokkene. Ook hoort betrokkene stemmen. Er is sprake van ernstig nadeel, gezien de suïcidaliteit bij het gebruik van middelen.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten drugs geïnduceerde psychose. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
Van de overige in de crisismaatregel genoemde vormen van zorg is – mede door de toelichting van de arts-assistent – ter zitting gebleken dat de toepassing niet voorzienbaar en noodzakelijk is. De rechtbank volgt de toelichting van de arts-assistent en zal het verzoek in zoverre dan ook afwijzen.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene onttrekt zich aan de zorg en de vrijwilligheid is niet consistent.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 juli 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.M. Vingerling, rechter, bijgestaan door P.S.R. Nieman als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 juni 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 juli 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.